Handleiding
De dieselmotor zal starten
Wacht tot in het display de melding "BEVEILIGINGEN IN" groen geworden is.
Draai de bedrijfskeuzeschakelaar naar de stand "BELAST".
Controleer spanning en frequentie.
Druk de schakelaar "GEN. SCHAK. IN" in.
Het aggregaat zal synchroniseren met het net, de generatorschakelaar wordt ingeschakeld en het
met de potentiometer P1 ingestelde vermogen zal geleidelijk aan het net geleverd worden. De
"ramptijd" ofwel de snelheid waarmee het geleverde vermogen verhoogd wordt, kan desgewenst
ingesteld worden met een instelpotentiometer in de besturingskast, zie figuur.
Regel desgewenst met potmeter P1 het door het aggregaat te leveren vermogen bij. Het
geleverde vermogen is af te lezen op de Multi Data Meter.
Stoppen
Draai de schakelaar "LOADSHARING" naar de stand "UNLOAD" en houd hem in die stand.
Het door het aggregaat geleverde vermogen zal verminderen. Dat kan men zien op de
ampèremeters, de Muli Data Meter of op het display. Zodra het geleverde vermogen minimaal is,
kan de generatorschakelaar afgeschakeld worden.
Wacht tot het geleverde vermogen nagenoeg 0 kW is.
Druk op de knop "GEN. SCHAK. UIT".
De generatorschakelaar wordt afgeschakeld.
Nu kan de LOADSHARING schakelaar weer losgelaten worden.
Laat de motor nog een vijftal minuten nadraaien om af te koelen.
Druk op "STOP".
Als de nadraaitijd op het moment van indrukken van de stopknop al verlopen is, zal de motor
direct stoppen, anders stopt de motor na afloop van de nadraaitijd.
Bredenoord Aggregaten
©
Potmeter instelling max. vermogen
Potmeter instelling "ramp"
Figuur 17: Potmeters instellingen
30