2.3 Aansluiten kanalen
Het luchtafvoerkanaal hoeft niet van een inregelklep te worden voorzien, de luchthoeveelheden worden
door het toestel zelf geregeld e.e.a. is afhankelijk van de instelling van de dipswitches op de regelprint (zie
hiervoor paragraaf 2.12).
Om condensatie op de buitenzijde van het buitenluchttoevoerkanaal en het luchtafvoerkanaal vanaf de
Renovent HR 250 te voorkomen, dienen deze kanalen tot op het toestel uitwendig dampdicht te worden
geïsoleerd.
Geadviseerd wordt om de kanalen van en naar de woning flexibel aansluiten op het toestel d.m.v.
akoestisch flexibele slang met een minimale lengte van 150 cm en de kanalen van en naar buiten
flexibel aansluiten op het toestel d.m.v. flexibele slang met een minimale lengte van 50 cm.
Het toevoer-kanalensysteem zo uitvoeren dat in de nominale stand aan NEN 1070, tabel 4 wordt
voldaan. Denk hierbij aan overspraak en installatiegeluid, ook bij instortkanalen.
De toevoerkanalen zonodig isoleren, b.v. indien deze buiten de geïsoleerde schil worden aangebracht.
Figuur 2: Aansluitvoorbeeld Renovent HR 250
De buitenluchttoevoer laten plaatsvinden vanuit de beschaduwde zijde van de woning, bijvoorbeeld uit de
gevel of overstek; indien de buitenlucht van onder de pannen wordt aangezogen, dit op zodanige wijze
doen dat er geen condenswater in het dakbeschot ontstaat en er geen water in kan lopen.
Het buitenluchttoevoerkanaal zo uitvoeren dat oppervlaktecondensatie wordt voorkomen.
Figuur 3: Doorvoer buitenluchtkanaal door het dakbeschot onder de pannen.
2. Installeren
A =
10 mm boven dakbeschot
B =
dakisolatie
C =
dichtschuimen
D =
pijp t.b.v. suppletielucht zorgvuldig
soleren en dampdicht afwerken
Installatievoorschriften Renovent HR 250
3
A = Geen rioolontluchting in hetzelfde dakvlak als
ventilatie toevoer
B = Ventilatie toevoer mogelijkheid bij einde dakvlak
C = Voorkeur luchttoevoer
D = Geventileerde nokconstructie
E = Toe- en afvoerpijpen flexibel geïsoleerd
aansluiten
F = Renovent HR 250 (waterpas opstellen)
G = Condensafvoer aansluiten volgens installatie-
voorschrift
H = Toe- en afvoerpijpen akoestisch geïsoleerd
aansluiten
I = Geïsoleerde ventilatiedakdoorvoer
maart 2003
4915
4759