3
Koppelen (het sensor-ID zoeken)
Als u geen ANT+ sensor hebt
"Koppelen" is niet vereist. Druk 5 maal op de knop MENU om naar stap 5 "Selecteer
de tijdzone" (pagina 11) te gaan.
Als u een ANT+ sensor hebt
Opdat de computer elke sensor kan herkennen, is het nodig om het sensor-ID van
elke sensor te registeren (koppelen). Koppel de computer met uw ANT+ sensor over-
eenkomstig de volgende procedure.
Dit apparaat kent twee verschillende manieren om te koppelen:
Het sensor-ID
opzoeken
De computer rondt het koppelen af als het signaal van de sensor
Automatisch
wordt ontvangen.
zoeken
* Gebruik deze methode over het algemeen om te koppelen.
Als het sensor-ID bekend is, kunt u koppelen door het nummer in te
voeren.
Handmatige
invoer ID-
* Gebruik deze methode om te koppelen als er twee of meer ANT+
nummer
sensoren zijn, zoals op een race-locatie, en automatisch zoeken niet
mogelijk is.
Beschrijving
Toon de sensor voor koppelen op het scherm
1
Druk op de knop MENU om voor koppelen van sensor te
wisselen. Geef de sensor weer.
SP:1 (Snelheidssensor)
↓
ISC:1 (Snelheid-/cadanssensor)
↓
MENU
CD:1 (Cadanssensor)
(Achter-
kant)
↓
HR:1 (Hartslagsensor)
↓
PW:1 (Stroomsensor)
* Tijdens het instellen van de computer worden de sensoren
gekoppeld in de afgebeelde volgorde. Rond het instellen
van de computer af, ook als het koppelen mislukt of wordt
overgeslagen. U kunt de instelling later veranderen.
Zie voor details "De sensor koppelen" op het menuscherm
(pagina 32).
* Standaard kunt u koppelen met "SP:1" of "ISC:1".
• Als u koppelt met "SP:1", wordt de weergave van "ISC:1"
(snelheid-/cadanssensor) overgeslagen.
• Als u koppelt met "ISC:1" (snelheid-/cadanssensor),
wordt de weergave van "CD:1" (cadanssensor) overge-
slagen.
8