SMA Solar Technology AG
11. Na een succesvolle controle de laadkabel op het
voertuig aansluiten.
☑ Alle 3 leds gaan branden. De startfase begint.
☑ Na circa 90 seconden gaan alle 3 leds weer uit.
☑ Afhankelijk van het beschikbare vermogen brandt de groene led constant of knippert. Het
voertuig wordt geladen.
12. Wanneer de groene led nog steeds knippert, is nog niet voldaan aan de
inschakelvoorwaarden voor het opladen. Zodra er aan de voorwaarden voor het opladen is
voldaan, begint het laadstation met het opladen van het voertuig.
13. Als de rode led brandt, is een incident opgetreden. Zoek uit aan de hand van de
gebeurtenismelding wat er is gebeurd en neem eventueel maatregelen.
14. Na het opladen de laadkabel van het voertuig losmaken en om het product wikkelen.
7.3
Netwerkconfiguratie veranderen
Nadat u voor de eerste keer een verbinding met de gebruikersinterface heeft opgebouwd (zie
hoofdstuk 8.1, pagina 41), wordt de welkompagina geopend.
Op de welkompagina kunt u de netwerkconfiguratie veranderen. Standaard is de door SMA Solar
Technology AG geadviseerde automatische netwerkconfiguratie via DHCP-server geactiveerd.
Verander de netwerkconfiguratie alleen, wanneer de standaardconfiguratie voor uw netwerk niet
geschikt is.
Werkwijze:
1. Op de welkompagina kunt u netwerkconfiguratie veranderen kiezen
2. Voer de netwerkconfiguratie uit en bevestig dit met [Opslaan].
7.4
Product configureren
Nadat u voor de eerste keer een verbinding met de gebruikersinterface heeft opgebouwd, wordt
de welkompagina geopend.
Bedieningshandleiding
7 Inbedrijfstelling
EVCxx-10-BE-nl-10
39