▶
Als u vaak een drukverlies vaststelt, dan dient u de oor-
zaak te zoeken en te verhelpen.
6.14
Te lage waterdruk in het CV-circuit vermijden
Op de manometer op de aansluitconsole aan de achterkant
van het product kunt u de druk in het CV-circuit van de in-
stallatie aflezen.
Als geen standaard-aansluitconsole gebruikt wordt, moet op
het CV-watercircuit een manometer worden geïnstalleerd.
▶
Controleer of de druk tussen 1 bar en 1,5 bar ligt. Is de
druk in het CV-circuit te laag, vul dan via de vulvoorzie-
ning van de aansluitconsole water bij.
6.15
Functie en dichtheid controleren
Voor u het product aan de gebruiker overhandigt:
▶
Controleer de CV-installatie (warmteopwekker en instal-
latie) en de warmwaterleidingen op dichtheid.
▶
Controleer of de afvoerleidingen van de ontluchtingsaan-
sluitingen correct geïnstalleerd zijn.
6.15.1 CV-bedrijf controleren
▶
Neem de installatiehandleiding voor de systeemregelaar
in acht.
6.15.2 Warmwaterbereiding controleren
▶
Neem de installatiehandleiding voor de systeemregelaar
in acht.
7
Bediening
7.1
Bedieningsconcept van het product
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmoge-
lijkheden van het gebruikersniveau zijn eveneens in de ge-
bruiksaanwijzing beschreven.
7.1.1
Installateurniveau oproepen
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door ondes-
kundige bediening!
Ondeskundige instellingen in het installateur-
niveau kunnen tot schade aan de CV-installa-
tie leiden.
▶
De toegang tot het installateurniveau mag
u alleen gebruiken als u een erkende in-
stallateur bent.
Aanwijzing
Het installateurniveau is met een paswoord tegen
toegang door onbevoegden beveiligd.
0020223273_04 GeniaSet Installatie- en onderhoudshandleiding
1.
Druk 7 seconden lang op de toets
◁
De waarde 00 wordt weergegeven.
2.
Stel de waarde 35 (toegangscode) in.
3.
Bevestig met de toets
Aanwijzing
Het installateurniveau is via verschillende
diagnosecodes oproepbaar, die in de bijlage
zijn opgesomd.
7.1.2
Gebruik van de diagnosecode
U kunt de als instelbaar gemarkeerde parameters in de tabel
van de diagnosecodes gebruiken om het product aan de
installatie en de wensen van de klant aan te passen. Om een
diagnosecode te activeren, drukt u 7 seconden op de toets
en kiest u de code 35.
De lijst met diagnosecodes is te vinden in de bijlage.
Diagnosecodes (→ Pagina 28)
8
Aanpassing aan de CV-installatie
8.1
CV-installatie configureren
Om de door de warmtepomp gegenereerde waterdoorstro-
ming aan de betreffende installatie aan te passen, kan de
maximaal beschikbare druk van de warmtepomp in de CV-
en warmwaterfunctie worden ingesteld.
Om deze twee parameters op te roepen, drukt u 7 seconden
op de toets
en kies u aansluitend code 35.
Met de code D131 kan de beschikbare pompdruk in de CV-
functie in mbar worden ingesteld.
Met de code D144 kan de beschikbare pompdruk in de
warmwaterfunctie in mbar worden ingesteld.
Het instelbereik ligt tussen 250 mbar en 750 mbar. De warm-
tepomp werkt optimaal, als door de instelling van de be-
schikbare druk de nominale doorstroming bereikt kan wor-
den (Delta T = 5 K).
8.2
Totale drukverliezen van het product
B
60
40
20
1000
0
1
Alleen product
2
Product met aansluitset
Bediening 7
.
.
2
1
2000
A
Doorstroming in het
circuit (l/h)
B
Druk (kPa)
A
19