aardingsdraad met dubbele kleur geel en groen of zwart om elektrische schokken te
voorkomen (stekkermarkeringen aarding).
Bevestig de voedingskabel aan de aansluitleiding zodat deze niet kan worden gedraaid. Laat
een kleine hoeveelheid vrije ruimte tussen de beugels om de aansluitleiding uit te kunnen
breiden.
Zorg er bij het verbinden voor dat ereen efficiënte aarding is.
De aardingsdraad moet langer zijn dan de stroomdraden en moet de eerste draad zijn die
wordt aangesloten wanneer de pomp wordt ingesteld en de laatste die tijdens de montage
wordt losgekoppeld.
3.7Verwerkingsverantwoordelijke s
Elke eenfasige driedraadsmotor moet worden uitgerust met eenbesturingskast.
Controleer of de gegevens op het naamplaatje overeenkomen met de nominale waarden van
de kabels.
De eenfasige versies worden standaard geleverd met een besturingskast bestaande uit een
condensator, een tweefasige schakelaar en een ampèremeteroverbelastingsafsluiting met
handmatige reset.
Controleer de elektrische installaties en de besturingskast, die moeten voldoen aan alle
veiligheidsvoorschriften en -vereisten van de motor, inclusief de grootte van de zekering of
stroomonderbreker en overbelastingsbeveiliging. De volledige metalen buis enbesturingskast
moeten worden aangesloten op de aardingsdraad van de voeding om elektrische schokken
te voorkomen en ze moeten voldoen aan de nationale en regionale veiligheidsvoorschriften.
Als de overbelastingsuitschakeling wordt geactiveerd, controleert u de oorzaak van de
overbelasting voordat u de pomp opnieuw start.
Let op: Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om de aansluitingen uit te
voeren in overeenstemming met de voorschriften van het installatieland.
3.8 Pomp/motor installatie
Als de pomp niet is gekoppeld aan de motor, moet u de installatieoppervlakken van zowel de
motor als de pomp controleren om te zien of ze vuil zijn of niet.
Monteer de pomp samen met de motor en trek het montageoppervlak samen; Draai
vervolgens de schroeven, doppen, enz. gelijkmatig vast totdat ze aan de
productievoorwaarden voldoen.
Sluit de afleider van de motor aan op de kabelbinder van de voeding door middel van blik of
knijpmethode. Let op de isolatie, waar u de waterdichte tape of contractiebuis kunt
gebruiken die voldoet aan de installatievereisten van zowel de motor als de pomp.
Plaats het aftapdeksel van de pomp op de afvoerleiding van de motor. Knip of verplaats bij
het monteren of installeren van de pomp de afvoerkabel niet.
Controleer de pompas of u deze kunt aanraken. De as moet vrij draaien.
Gebruik de plastic en rubberen buis die de kabel aan de uitlaatwaterleiding kan bevestigen.
Houd 3 meter afstand.
Monteer alle pijpverbindingen zo strak mogelijk om losraken door de koppelmotor te
voorkomen.
De pomp kan worden geïnstalleerd met metalen buizen (die kunnen worden gebruikt om de
pomp te ondersteunen) of met flexibele leidingen.
Bij flexibele leidingen moet de pomp ondersteund worden door een kabel die gemaakt is van
materiaal dat op lange termijn niet beschadigd kan worden. De kabel moet door de twee
bevestigingsogen op het deksel worden geleid.
Controleer de pomp, motorkabel en connector om er zeker van te zijn dat ze in goede staat
zijn. Alle aangesloten schroeven moeten worden aangedraaid.
De motor moet een paar seconden stationair draaien na het aansluiten op de voeding om te
Origineel-Gebruiksaanwijzing– A
9
S Diepe put pomp
Rebo