GEBRUIKSAANWIJZING Digitale Manometer PCE-DMM 20/21/50/51
2.2 Algemene montagevoorschriften
Verwijder de verpakking voorzichtig.
Ga bij de aansluiting te werk als in de volgende hoofdstukken beschreven.
2.3 Montagevoorschriften voor de aansluiting volgens DIN 3852
GEBRUIK GEEN EXTRA AFDICHTMATERIAAL, ZOALS HENNEP OF TEFLON BAND!
Zorg ervoor dat de O-ring onbeschadigd is en goed in de groef past.
Let er op dat het afdichtoppervlak van het insteekonderdeel onbeschadigd is (R
Schroef het apparaat met de hand op de daarvoor bestemde schroefaansluiting.
Maakt u gebruik van een apparaat met een koordring, dan mag deze alleen met de hand
vastgeschroefd worden.
Apparaten met een sleutelvlak moeten worden vastgezet met een moersleutel (G1/4": ca. 5
Nm; G1/2": ca. 10 Nm).
De aangegeven aandraaimomenten mogen niet overschreden worden!
2.4 Montagevoorschriften voor de aansluiting volgens EN 837
Gebruik voor de afdichting geschikt afdichtmateriaal, compatibel met de meetstof en de te
meten druk (bijv. een koperafdichting).
Let er op dat het afdichtoppervlak van het insteekonderdeel onbeschadigd is (RZ 6,3).
Schroef het apparaat met de hand op de daarvoor bestemde schroefaansluiting.
Draai deze aansluitend met een moersleutel vast (voor G1/4": ca. 20 Nm, voor G1/2": ca. 50
Nm).
De aangegeven aandraaimomenten mogen niet overschreden worden!
2.5 Montagevoorschriften voor een NPT-aansluiting
Voor de afdichting kan een aanvullend afdichtmiddel, bijv. PTFE-band, gebruikt worden.
Schroef het apparaat met de hand op de daarvoor bestemde schroefaansluiting.
Draai deze aansluitend met een moersleutel vast (voor 1/4" NPT: ca. 30 Nm; voor 1/2" NPT:
ca. 70 Nm).
De aangegeven aandraaimomenten mogen niet overschreden worden!
2.6 Montagevoorschriften voor een zuivelleiding-aansluiting
Zorg ervoor dat de O-ring onbeschadigd is en goed in de groef past.
Centreer de zuivelleiding-aansluiting in het overeenkomstige montage gedeelte.
Schroef de moer op het montagedeel.
Draai deze vervolgens met een moersleutel vast.
6
3,2).
Z