EPRA14~18DAV3+W1 + ETVH/X16S18+23DA6V+9W(G)
Daikin Altherma 3 H HT F
4P587502-1A – 2020.01
5
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Een eenpersoonskamer
a
Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als kamerthermostaat)
b
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
c
Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
d
Extra ketel (ter plaatse te voorzien)
e
Aquastat-klep (ter plaatse te voorzien)
OPMERKING
▪
Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het systeem voldoen aan de
geldende wetgeving.
▪
Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige situaties in het systeem
van de extra ketel.
▪
Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hoger is dan 60°C.
Om dit te bereiken:
-
Stel de gewenste watertemperatuur via controller van de extra ketel in op
maximum 60°C.
-
Plaats een aquastatklep in het retourwaterdebiet van de warmtepomp. Stel de
aquastatklep in om dicht te gaan boven de 60°C en open te gaan onder de
60°C.
▪
Plaats terugslagkleppen.
▪
Zorg ervoor dat er maar één expansievat in het watercircuit aanwezig zijn. Een
expansievat is al standaard aanwezig in de binnenunit.
▪
Plaats de digitale I/O-printplaat (optie EKRP1HBAA).
▪
Sluit X1 en X2 (omschakeling naar externe warmtebron) op de digitale I/O-
printplaat aan op de extra ketel. Zie
warmtebron
aansluiten" [
▪
Om de warmteafgevers op/in te stellen, zie
koelingsysteem
in/opstellen" [
Configuratie
Via de gebruikersinterface (configuratiewizard):
▪
Stel het gebruik van een bivalent systeem in als externe warmtebron.
▪
Stel de bivalente temperatuur en de hysteresis in.
Door een hulpcontact besliste omschakeling naar externe warmtebron
▪
Alleen mogelijk bij regeling met externe kamerthermostaat EN één
aanvoerwatertemperatuurzone
koelingsysteem
in/opstellen" [
B
b
b
c
d
c
A
e
"8.3.8 De omschakeling naar de externe
4
115].
4
29].
(zie
"5.2
4
29]).
a
"5.2 Het ruimteverwarmings-/
Het
ruimteverwarmings-/
Uitgebreide handleiding voor de installateur
43