9
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
152
De unit is ontworpen om vloerverwarmingslussen te ondersteunen. De aanbevolen
aanvoerwatertemperatuur voor vloerverwarmingslussen bedraagt 35°C. In dat
geval wordt de unit aangestuurd om een temperatuurverschil van 5°C te bekomen,
wat betekent dat de temperatuur van het retourwater naar de unit ongeveer 30°C
bedraagt.
Afhankelijk van de geplaatste toepassing (radiatoren, warmtepompconvectoren,
vloerverwarmingslussen) of de situatie kan het temperatuurverschil tussen het
retourwater en het aanvoerwater gewijzigd worden.
Let op: : De pomp regelt haar debiet zodanig dat de delta T wordt behouden. In
sommige speciale gevallen kan de gemeten delta T verschillen van de ingestelde
waarde.
INFORMATIE
Wanneer enkel de back-upverwarming actief is bij het verwarmen, zal delta T
worden geregeld op basis van de vaste capaciteit van de back-upverwarming. Het is
mogelijk dat deze delta T verschilt van de geselecteerde doel-delta T.
INFORMATIE
Bij het verwarmen zal de doel-delta T pas na een bepaalde bedrijfstijd worden
gehaald, wanneer het instelpunt wordt bereikt, gezien het grote verschil tussen het
instelpunt van de aanvoerwatertemperatuur en de inlaattemperatuur bij het
opstarten.
INFORMATIE
Als er in de primaire zone of de secundaire zone een vraag naar verwarming is en
deze zone is uitgerust met radiatoren, dan zal de doel-delta T die door de unit wordt
gebruikt bij het verwarmen, vast 10°C zijn.
Als de zones niet zijn uitgerust met radiatoren, dan zal de unit bij het verwarmen
voorrang geven aan de doel-delta T voor de secundaire zone als er een vraag naar
verwarming is in de secundaire zone.
Bij het koelen zal de unit voorrang geven aan de doel-delta T voor de secundaire
zone, als er een vraag naar koeling is in de secundaire zone.
#
Code
[2.B.1]
[1‑0B]
[2.B.2]
[1‑0D]
Aanvoerwatertemperatuur: Modulatie
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via kamerthermostaat.
Wanneer de kamerthermostaatfunctie gebruikt wordt, moet de gebruiker de
gewenste kamertemperatuur instellen. De unit zal warm water aan de
warmteafgevers leveren en de kamer zal verwarmd worden.
Beschrijving
Delta T verwarming: er moet een minimaal
temperatuurverschil zijn voor de goede werking
van de warmteafgevers in de verwarmingsstand.
▪
Als [2-0C]=2, dan is die vastgesteld op 10°C
▪
Anders: 3°C~10°C
Delta T koeling: er moet een minimaal
temperatuurverschil zijn voor de goede werking
van de warmteafgevers in de koelstand.
▪
3°C~10°C
EPRA14~18DAV3+W1 + ETVH/X16S18+23DA6V+9W(G)
Daikin Altherma 3 H HT F
4P587502-1A – 2020.01