Inhoudsopgave
Advertenties
Wisselen tussen de beveiligings-chip (voor bepaalde modellen)
Uw computer wordt mogelijk met 2 typen beveiligings-chips geïnstalleerd: Discrete TPM 2.0 en Pluton TPM
2.0. De Pluton TPM 2.0 beveiligings-chip is alleen van toepassing op Windows 11-besturingssystemen.
Voordat u overschakelt naar andere besturingssystemen, moet u ook overschakelen naar een beveiligings-
chip van Pluton TPM 2.0 tot Discrete TPM 2.0.
Opmerking: Als u overschakelt op de beveiligings-chip, wordt de inhoud van de beveiligings-chip gewed,
®
zoals BitLocker
encryption key.
1. Als u deze functie gebruikt Windows BitLocker Drive Encryption, zorg er dan voor dat u deze functie
hebt uitgeschakeld.
2. Selecteer de beveiligings-chip voor uw doel
a. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1
om het UEFI BIOS-menu te openen.
b. Selecteer Security ➙ Security Chip en druk op Enter. Het submenu Security Chip wordt geopend.
c. Selecteer de beveiligings-chip in het menu. Zorg ervoor dat de beveiligingschip voor TPM 2.0
Discrete TPM 2.0 is ingesteld op Active.
d. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
Systeem terugzetten naar fabrieksinstellingen (voor bepaalde modellen)
Met deze functie kunt u het UEFI BIOS initialiseren naar de standaardfabrieksinstellingen, inclusief alle UEFI
BIOS-instellingen en interne gegevens. Hiermee kunt u gebruikersgegevens wissen voor het geval u de
computer wilt weggooien of opnieuw wilt gebruiken.
Opmerking: Als u Absolute Persistence(R) Module in UEFI BIOS permanent uitschakelt, kunt u het
apparaat niet meer opnieuw instellen, zelfs niet als u het systeem terugzet naar de
standaardfabrieksinstellingen.
Systeem terugzetten naar standaardfabrieksinstellingen
1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1 om
het UEFI BIOS-menu te openen.
2. Selecteer Security ➙ Reset System to Factory Default en druk op Enter.
3. Er verschijnt mogelijk een reeks waarschuwingsvensters. U moet mogelijk de Absolute Persistence
Module deactiveren.
4. Op computermodellen met RAID-instellingen verschijnt er een venster ter herinnering aan
gegevensschade.
5. Als u Yes selecteert, verschijnt er een venster dat de huidige bewerking bevestigt.
6. Als u Yes selecteert, verschijnt er een venster. Voer uw supervisorwachtwoord,
systeembeheerwachtwoord of systeemwachtwoord in.
7. Vervolgens wordt uw computer meteen opnieuw opgestart. Het duurt enkele minuten om de initialisatie
te voltooien.
Opmerking: Voor dit initialisatieproces is mogelijk een leeg scherm vereist. Dit is normaal. Zorg dat u
het proces niet onderbreekt.
UEFI BIOS bijwerken
Wanneer u een nieuw programma, een stuurprogramma of een hardwareonderdeel installeert, moet u
mogelijk het UEFI BIOS bijwerken.
32
ThinkPad X13s Gen 1 Gebruikershandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
