SATEL
Ingangsspanning van 0 tot 4 V wordt geïnterpreteerd als "0" en spanning van
9 tot 30 V – als "1". Om storingen van de module te voorkomen, mag een spanning
van 4 tot 9 V op geen enkele ingang worden toegepast.
Elke module-ingang kan op een andere stroombron worden aangesloten, maar één type
spanning, DC of AC, moet worden toegepast op ingangen die tot een circuit behoren.
Fig. 3 toont enkele voorbeelden van module-aansluiting:
I – spanning van één bron, AC of DC, wordt toegepast op alle ingangen van de module,
II – spanning van twee verschillende bronnen wordt aangelegd op ingangen van circuits 1
en 2 (DC-spanning wordt aangelegd op ingangen van het ene circuit en AC-spanning
op ingangen van het andere circuit),
III – spanning van verschillende bronnen wordt aangelegd op ingangen binnen het een
circuit (DC-spanning wordt aangelegd op ingangen van het ene circuit en AC-spanning
op ingangen van het andere circuit).
KNX-BIN24
3