De INT-KNX module integreert het INTEGRA alarmsysteem met het KNX systeem, waardoor
de centrale de aangesloten actoren op de KNX bus kan bedienen, en de bus apparaten het
alarmsysteem kunnen bedienen. De module communiceert met de INTEGRA centrale met
software versie 1.10 of later. Deze handleiding is van toepassing op de module met
elektronicaversie 1.2.
Opmerking: De INT-KNX module heeft geen geïntegreerde Bus Coupling Unit (BCU).
De BCU in BTM versie dient apart te worden gekocht (bijv. Bus Coupling Unit
(BTM) UP117/11 ontworpen door Siemens).
1. Eigenschappen
• Uitbreiding van het alarmsysteem door het toevoegen van virtuele uitgangen specifiek om
aangesloten actoren op de KNX bus te bedienen.
• Het aantal virtuele uitgangen wordt bepaald door de DIP-switch schakelaars (van 8 tot 64
– met een veelvoud van 8).
• Verzenden van een vooraf gedefinieerd telegram na het veranderen van de virtuele
uitgang status.
• De status van virtuele uitgangen wijzigt automatisch bij het wijzigen van de status van
communicatie objecten welke hetzelfde groepsadres hebben als de uitgang.
• Mogelijkheid het KNX systeem te bedienen middels macro commando's beschikbaar
in het INT-KSG bediendeel, zonder gebruik te maken van de virtuele uitgangen.
• Ontvangen van commando's verzonden door bus apparaten en deze te verzenden naar
de alarmsysteem zones (alleen ondersteuning voor "Aan" en "Uit" commando's).
• RS-232 poort voor het aansluiting van de module naar de BCU.
• Specifieke adapter (interface) en kabel voor aansluiting van de module op de BCU.
2. Installatie
Koppel de voeding los alvorens de elektrische aansluitingen te maken.
De INT-KNX module dient binnenshuis te worden geïnstalleerd in ruimten met een normale
luchtvochtigheid.
1. Plaats de module elektronicaprint in de behuizing.
2. Gebruik de DIP-switch schakelaars om het juiste adres in te stellen voor de module en
bepaal het aantal uitgangen dat moet worden toegevoegd aan het systeem (zie:
DIP-
SWITCH SCHAKELAARS
3. Sluit de CK, DT en COM aansluitingen aan op de aangewezen aansluitingen van de
uitbreidingsbus op de centrale. Om de verbinding te maken wordt aanbevolen om met
niet afgeschermde alarmkabel te werken. Bij gebruik van twisted pair type kabel mogen
de CK (clock) en DT (data) signalen niet via een twisted pair te worden verzonden.
De aders dienen in een kabel te zitten. De kabellengte mag de 1000 m niet overschrijden,
en indien deze de 300 meter overschrijd, kan het noodzakelijk zijn meerdere aders voor
ieder signaal parallel met elkaar te verbinden.
KNX INTEGRATIE MODULE
®
).
INT-KNX
int-knx_nl 09/11