2
1.1
Behuizing
De module neemt tot 4 eenheden op de 35 mm DIN-rail in beslag.
2. Installatie
Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen maakt.
De module is ontworpen voor installatie binnenshuis, in ruimtes met normale
luchtvochtigheid, b.v. in verdeelkasten op een 35 mm DIN-rail.
1. Monteer de module op de montage rail.
2. Sluit de apparaten aan op de aansluitklemmen. Zie het voorpaneel voor de benamingen
van de aansluitklemmen.
Alle verbindingen moeten worden gemaakt zoals aanbevolen in paragraaf
"Aansluitschema".
3. Gebruik de aansluitklem om de KNX-buskabel op de module aan te sluiten.
De module wordt van spanning voorzien door de KNX-bus en vereist geen extra
voeding.
4. Sluit een computer met het ETS-programma aan op de KNX-bus en configureer de
module.
Om de module te configureren hebt u een computer nodig met ETS-programmaversie
5.5 of nieuwer, voorzien van een USB- of Ethernet aansluiting (TCP/IP). Het SATEL
ETS- applicatie bestand, welke gedownload kan worden van www.satel.eu/ets, moet
in het programma worden geïmporteerd.
2.1
Aansluitschema
De KNX-BIN24 module heeft twee onafhankelijke circuits. Elk circuit bevat vier ingangen:
A, B, C, D – circuit 1, en E, F, G, H – circuit 2. DC- of AC-spanning kan worden toegepast op
elke module-ingang, toelaatbare ingangsspanning variërend van 0 tot 30 V.
KNX-BIN24
SATEL