8.5.
Temperatuurinstelling elektrische bijverwarming
Gevaar
Gevaar door elektrische schokken!
Werkzaamheden aan componenten onder spanning kunnen ernstig of
dodelijk lichamelijk letsel veroorzaken.
Schakel voor aanvang van alle werkzaamheden de CV-installatie
n
spanningsloos en beveilig deze tegen herinschakelen.
Controleer de spanningsloosheid.
n
De thermostaat van de elektrische bijverwarming is af fabriek op een
temperatuur van 67 °C ingesteld.
Wanneer bij buitenluchtbedrijf bij lage buitentemperatuur het warm
water te koud is, dan kan de temperatuur overeenkomstig worden ver-
hoogd. Geadviseerd wordt een waarde van 5 °C boven de "Set-
point"-temperatuur van de warmtepomp.
Een veiligheidsthermostaat schakelt het verwarmingselement bij het
overschrijden van de grenstemperatuur uit. Daarna moet de veilig-
heidsthermostaat via de resetknop worden gereset.
Waarschuwing
Gevaar door elektrische schokken!
Na het activeren van de thermische beveiliging (veiligheidstempera-
tuurschakelaar) moet deze handmatig worden gereset.
Het resetten van de thermische beveiliging mag alleen door ge-
n
kwalificeerd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Fig. 8: Veiligheidsthermostaat
2
1
1
Temperatuurinstelling
2
Resetknop
3
69 °C
05/2023
3
4
5
6
7
8
9
4
67 °C
7
59 °C
5
65 °C
8
52 °C
6
62 °C
9
47 °C
8.6.
Externe besturing van de drinkwaterverwarming
nl
8.6.1. PV-functie (fotovoltaïsche installatie)
U heeft met uw fotovoltaïsche installatie de mogelijkheid, zelf opge-
wekte stroom voor het bedrijf van uw drinkwaterwarmtepomp en ener-
gieopslag te gebruiken. In de PV-bedrijfsmodus wordt de doeltempera-
tuur verhoogd. De hoogte van de doeltemperatuur is voor de
bedrijfsmodi vrij instelbaar en bepaalt het opslagpotentieel.
Om de drinkwaterverwarming met eigen stroom mogelijk te maken,
moet het potentiaalvrije contact van de PV-omvormer op de klemmen
van de gebruikersaansluitstrook worden aangesloten (} Aansluiting
van een PV-installatie, Pag 12).
Via het menupunt "PVpaneel" met de mogelijke waarden "Enkel WP",
"Enkel EL", "WP + EL", of "Uit" wordt de gewenste bedrijfsmodus
gekozen (} Hoofdmenu – overzicht, Pag 13).
Informatie
De bedrading bepaalt, welke bedrijfsmodi mogelijk zijn.
Wanneer u de functie "PVpaneel" heeft geactiveerd en het omvormer-
contact is gesloten, gebruikt u uw drinkwaterwarmtepomp met eigen
stroom. Het display toont nu de actuele, door het menu bepaalde be-
drijfsmodus ("Enkel WP", "Enkel EL", "WP + EL"). De doeltempera-
tuur komt overeen met de bij de bedrijfsmodi behorende, separaat in-
stelbare parameters. Wanneer het omvormercontact weer "open"
wordt, schakelen bedrijfsmodus en weergave om naar de normale be-
drijfsmodus.
De doeltemperatuur voor het warmtepompbedrijf wordt via het menu-
punt "PV-WP" binnen een temperatuurbereik van 5 °C tot "T max"
ingesteld. De fabrieksinstelling is 52 °C.
De doeltemperatuur voor het bedrijf met bijverwarming wordt via het
menupunt "PV-EL" binnen een temperatuurbereik van 5 °C tot "T
max" ingesteld. De fabrieksinstelling is 53 °C. De warmtepomp werkt
met een hysterese van +1 °C / –3 °C gerelateerd aan het setpoint. De
elektrische bijverwarming werkt met een hysterese van ±1 °C.
8.7.
Vakantiefunctie
Met de vakantiefunctie reduceert u het energieverbruik tijdens uw af-
wezigheid (bijv. tijdens de vakantie). Wanneer de functie actief is,
wordt de drinkwaterverwarming onderbroken en kan de warmwater-
temperatuur afnemen tot "T2 min". Hierdoor wordt het systeem tegen
vorstschade beveiligd. De fabrieksinstelling voor "T2 min" is 10 °C.
Wanneer de temperatuur afneemt tot "T2 min" –1 °C, wordt de bijver-
warming ingeschakeld. Wanneer de temperatuur verder daalt tot "T2
min" –3 °C, wordt de warmtepomp ook ingeschakeld. Wanneer de
temperatuur weer "T2 min" +1 °C bereikt, wordt de drinkwaterverwar-
ming beëindigd.
Installatie- en bedieningsinstructies VASCO VICA Sani 300 AI
nl
nl
Bedrijf
nl
17