Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Bijverwarming; Inbedrijfstelling; Aansluiting Van Een Pv-Installatie - Vasco VICA Sani 300 AI Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

De externe CV-ketel (230 V AC, 10 A) moet als volgt op CN7 worden
aangesloten:
Fase op klem 1
n
Nul op klem 2
n

6.6.2. Elektrische bijverwarming

Wanneer het vermogen van de drinkwaterwarmtepomp, bijvoorbeeld
bij constant aanhoudende hoge warmwatervraag of na aftappen van
het systeem, niet voldoende is om de gewenste warmwatertemperatuur
zo snel mogelijk te bereiken, kan het bovenste deel van de warmwater-
boiler snel met de elektrische bijverwarming worden opgewarmd (zie
positie 8, afb. 1).
Het verwarmingselement wordt via het menupunt "WPomp" ingesteld
(} Hoofdmenu – overzicht, Pag 13). Daarbij staat "EL" voor alleen ver-
warmingselement en "WP + EL" voor warmtepomp en verwarmings-
element.
Met "T min" wordt de gewenste minimale warmwatertemperatuur in-
gesteld. Indien de temperatuur in de warmwaterboiler tot onder "T
min" afneemt, wordt het verwarmingselement automatisch als onder-
steuning van de warmtepomp ingeschakeld, om "T min" te bereiken.
Het verwarmingselement is met een separate thermostaat en een veilig-
heidstemperatuurbegrenzer uitgerust (} Temperatuurinstelling elektri-
sche bijverwarming, Pag 17).

7. Inbedrijfstelling

Voor de eerste inbedrijfstelling of na het aftappen van de warmwa-
n
terboiler moet deze en de gehele installatie met water worden gevuld
en op dichtheid worden gecontroleerd.
Zorg dat de opstelplaats voldoende is geventileerd (bij open bedrijf).
n
Bij een aanvoerluchttemperatuur van 15 °C heeft de drinkwater-
warmtepomp circa 7–8 uur nodig, om de gehele boilerinhoud op te
warmen tot 45–55 °C. Kies voor aanvang op het bedieningspaneel
de WP-modus (warmtepomp), eventueel ook in combinatie met de
bijverwarming (} Hoofdmenu – overzicht, Pag 13).
05/2023
nl
nl
6.7.

Aansluiting van een PV-installatie

Het potentiaalvrije contact van de omvormer moet met de regeling van
de drinkwaterwarmtepomp zijn verbonden. De aansluitklemmen hier-
voor zijn CN5 1 en 2 of CN6 5 en 6. De software herkent automatisch
de PV-aansluiting zodra deze wordt geactiveerd. De gebruiker kan kie-
zen uit de volgende 3 bedrijfsmodi (alleen warmtepomp, alleen in-
schroefverwarmingselement of warmtepomp + inschroefverwarmings-
element). De drempelwaarde van het PV-contact kan op de omvormer
worden ingesteld. Kies een vermogen, dat het probleemloze bedrijf in
de gekozen bedrijfsmodus mogelijk maakt. Houd de voorschriften van
de fabrikant van de omvormer aan.
Let erop bij de aansluiting van de omvormer, dat deze, vanwege de
geringe stroomsterkte, van vergulde contacten is voorzien.
Informatie
Gebruik van de regelaar verdient aanbeveling. Deze gebruikt het
S0-signaal van de digitale stroommeter en kan zo rekening houden
met het benodigde elektrische basisvermogen van het gebouw.
Let op
De drinkwaterwarmtepomp mag alleen in bedrijf worden gesteld,
wanneer is gewaarborgd, dat de boiler volledig is gevuld.
Open hiervoor tijdens het vullen het hoogste gelegen en verst ver-
n
wijderde warmwateraftappunt tot daar water uitkomt.
Voor de inbedrijfstelling activeert u de voedingsspanning (aansluiten
netstekker of inschakelen van de zekeringen). Vervolgens start de
warmtepomp. Pas de instellingen van de warmtepomp aan op uw be-
hoeften, zoals beschreven in } Bedrijf, Pag 13.
Installatie- en bedieningsinstructies VASCO VICA Sani 300 AI
Inbedrijfstelling
nl
12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave