Hoofdstuk 5
|
Instructies voor het laden van de BPC
Thermo Scientific
4. Controleer dat de punt van de sonde het membraan van de
aseptische connector niet raakt (speling van meer dan 6,35 mm of
0,25 in) voor u ze in de sondeadapter schroeft.
5. Draai de adapter met de hand vast en controleer dat de punt van
de sonde het membraan niet raakt.
6. Plaats de sondemontage met de sonde in de autoclaaflade voor
sondesets (Afbeelding 5.30).
Afbeelding 5.30. Sondemontage en autoclaaflade.
7. Autoclaveer de sondemontage met een gevalideerde
sterilisatiecyclus (ongeveer 30 minuten op 122 °C). Een
sterilisatiecyclus van 30 minuten volstaat meestal. Opties
voor droge of vochtige cyclusparameters kunnen worden
gebruikt. Cyclussen met trage uitlaat genieten de voorkeur,
omdat ze de sondes minder belasten tijdens de temperatuur-
en drukwisselingen van het autoclaveren. Veel droge
cyclusparameters zijn niet met trage uitlaat.
8. Geef de sondemontage voldoende tijd om volledig af te koelen
voor u de sonde in de BPC plaatst.
9. Geautoclaveerde sondemontages kunnen droog en in goede
omstandigheden gedurende korte perioden (minder dan 24 uur)
worden bewaard zonder verlies van levensduur van de sensor,
prestaties of steriliteit.
Gebruikershandleiding imPULSE S.U.M. met touchscreenconsole
|
128