R
Deze installatiehandleiding is bedoeld om snel informatie op te kunnen zoeken over het
installeren van de CS-575, CS-275 en CS-175 met behulp van een LCD-bediendeel of
een LED-bediendeel. U kunt het systeem ook programmeren met een PC met Windows.
Op de CS-175 moet ten minste één bediendeel worden aangesloten. Op de CS-275 en
CS-575 kunt u het bediendeel na het programmeren verwijderen of het systeem op
afstand programmeren met het upload/download-pakket.
Dit systeem mag alleen door een gekwalificeerd elektromonteur of door speciaal
hiertoe opgeleid personeel worden aangesloten op de netspanning of het
telefoonsysteem.
BELANGRIJK: haal altijd de netspanning van het systeem voordat u de behuizing van
het controlepaneel opent! Trek hiertoe de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
of onderbreek de netspanning met behulp van de speciale circuitonderbreker van het
systeem.
Deze controlepanelen zijn zo ontworpen, geassembleerd en getest dat ze voldoen aan
alle veiligheidsnormen van dit moment. Volg de richtlijnen in de installatiehandleidingen
en alle normen voor elektronische apparatuur die in uw land gelden.
1. Zorg voor een goede aarding voor het alarmsysteem.
2.
3.
4. Schakelrelais voor netspanning mogen niet in de behuizing van het controlepaneel
5. De externe buskabel wordt gebruikt voor communicatie tussen het controlepaneel
Het installeren van deze kabel dient zeer zorgvuldig te gebeuren. Splits deze kabel
nooit. Gebruik geen kabels waarvan andere aders worden gebruikt voor
telefoonaansluitingen of voor schakelingen, zoals knipperende LED's, sirenes of relais.
6. Gebruik geen kabelgoten of buizen waardoor ook kabels met netspanning lopen.
CS-175-275-575 Installatiehandleiding
ICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
Een goede aarding is onmisbaar voor een deugdelijke bescherming tegen
elektrische interferentie. Zorg ook voor een (netwerk-)aarding voor
de telefoonkiezer.
Houd laagspanningskabels goed gescheiden van netspanningkabels. Leidt kabels
door afzonderlijke kabelingangen in de behuizing van het controlepaneel.
Vermijd lussen in de bedrading in het controlepaneel en in het circuit. Zorg ervoor
dat de bedrading niet tegen de onder- of bovenkant van de printplaat komt. Wij raden
u aan gebruik te maken van plastic kabelstroppen.
worden geplaatst, omdat ze elektrische interferentie kunnen veroorzaken. Circuits
die direct op het geïntegreerde relaiscontact of (via de geïntegreerde elektronische
uitgang) op het externe relaiscontact worden aangesloten, moeten compatibel
zijn met SELV-voltages (Safety Extra Low Voltage, extra lage veiligheidsspanning).
•
Gebruik een relais met goede isolatie tussen de contacten en de spoel.
•
Plaats een onderdrukkingsdiode (bijvoorbeeld een 1N4001) parallel
aan de relaisspoel.
•
Relais die zijn aangesloten op open collectoruitgangen van het alarmsysteem
moeten geschikt zijn voor 12 volt gelijkstroom en een spoelimpedantie van
meer dan 400 Ohm hebben.
en de bediendelen/uitbreidingen.
Dit is vooral van belang als door de kabelgoten kabels lopen die stroom leveren aan
elektromotoren, TL-verlichting of krachtstroomkabels. Als dit niet mogelijk is, moet
afgeschermde kabel worden gebruikt en moet van deze kabel alleen het uiteinde
in het controlepaneel worden geaard.
3