Weergeven – geavanceerde functies
Wanneer de camera recht omhoog of recht
omlaag wijst, werkt deze functie mogelijk
niet naar behoren. Controleer of de pijl
in de juiste richting wijst. Is dit niet het
geval, zet dan de functie Beeld
omkeren [Uit].
Zelfs als de functie Beeld omkeren [Aan]
staat, hangt de stand van de beelden die
u naar een computer downloadt af van de
software waarmee u ze downloadt.
Wanneer u de camera bij het maken van
opnamen verticaal houdt, bepaalt de intel-
ligente sensor dat de bovenkant "boven" is
en de onderkant "onder". Vervolgens wor-
den de optimale witbalans en belichting
voor verticale fotografie ingesteld. Deze
instellingen worden bepaald ongeacht de
status van de functie Beeld omkeren.
Wanneer u de stand van de camera wijzigt
(van horizontaal naar verticaal of omge-
keerd), kunt u wat geluid horen van de
sensor. Dit is geen defect.
Beelden in het display roteren
U kunt beelden op het LCD-scherm 90° of 270°
met de klok mee draaien.
0º (oorspronke-
90°
lijke stand)
1
Selecteer in het menu [
(Afspelen)] de optie
Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 64).
2
Selecteer met behulp van de
pijltoetsen
en
dat u wilt draaien en druk op de
knop SET.
Druk op de knop SET om het beeld 90° of 270°
te draaien, of terug te zetten in de oorspronke-
lijke stand.
270°
(Roteren).
het beeld
91