Opnamen maken – geavanceerde functies
Op pagina 159 vindt u een overzicht van
de instellingen die u in deze modus kunt
wijzigen.
Als u de belichting wilt wijzigen, selecteert
u de sluitertijd of het diafragma met de
knop SET en wijzigt u de waarde met de
pijltoetsen
en
De helderheid van het LCD-scherm komt
overeen met de geselecteerde sluitertijd
en diafragmawaarde. Als u een kortere
sluitertijd selecteert, of een onderwerp op
een donkere locatie fotografeert en u de
flitser instelt op
ogenreductie, Flits aan) of
wordt de verlichting van het LCD-scherm
altijd ingeschakeld.
Zie pagina 76 voor informatie over het
verband tussen diafragmawaarde en
sluitertijd.
78
.
(Rode-
(Flits aan),
Schakelen tussen modi voor
automatisch scherpstellen
Keuzewiel
U kunt de selectiemethode voor het AF-frame
(frame voor automatisch scherpstellen) zelf
instellen. Het AF-frame verschijnt wanneer het
LCD-scherm wordt ingeschakeld (p. 28).
Aan
(Auto-
matische
selectie)
Uit
(Midden)
geeft het AF-frame aan dat op het scherm verschijnt
1
Selecteer
(AiAF) in het menu
[
(Opname)].
Zie Menu's en instellingen selecteren (p. 65).
De camera selecteert
automatisch een van
de 9 AF-frames op basis
van de omstandigheden
voor de opname.
Het middelste van de
negen AF-frames wordt
ingesteld als actief
frame. Dit is handig
omdat u zo precies weet
waar het brandpunt ligt.