• Terwijl u de camera draagt, zorg er dan voor dat u hem niet tegen andere
voorwerpen slaat. Let erop dat u de lens en het beeldscherm nergens tegen
slaat.
• Als u de flitser opeenvolgend laat afgaan, kan dit de flitseenheid
oververhitten. Laat de flitser niet meer dan nodig opeenvolgend afgaan.
• Raak de flitser niet aan en houd vreemde voorwerpen weg van de
flitseenheid. Anders kan dit brandwonden en brand veroorzaken.
• Laat de flitser niet afgaan dichtbij uw ogen. Dit zou kunnen leiden tot een
vermindering van het gezichtsvermogen (met name bij kinderen).
• Laat de flitser niet afgaan dichtbij de bestuurder van een voertuig om te
vermijden dat er een ongeval gebeurt.
• Het is mogelijk dat de batterij warm wordt na lang gebruik. Als u de batterij
onmiddellijk na gebruik aanraakt, kan dit leiden tot brandwonden aan uw
vingers.
• Als de beeldweergave of het paneel blootgesteld wordt aan zonlicht, is het
mogelijk dat ze vol vegen zitten en dat de beelden moeilijk te zien zijn.
• Het is mogelijk dat de beeldweergave en het paneel bepaalde pixels
bevatten die niet altijd voortdurend blijven branden. Het is ook mogelijk dat
de helderheid van ongelijke kwaliteit wordt omwille van de eigenschappen
van de LCD's. Dit zijn geen defecten.
• Druk niet hard op het oppervlak van de beeldweergave.
• In een omgeving waar de temperatuur plots verandert, is het mogelijk
dat er zich condens vormt op de camera, wat leidt tot problemen zoals
mistvorming op het glazen oppervlak of een slechte werking van de
camera. Als dit het geval is, plaats de camera dan in een zak om de
temperatuurwijziging zo veel mogelijk te vertragen. Neem de camera uit
de zak nadat het temperatuurverschil van de omgeving minder groot
is geworden. Wanneer condensvorming zich voordoet, verwijder dan
de batterij en de geheugenkaart en wacht tot het vocht opgedroogd is
vooraleer u de camera gebruikt.
• Om te voorkomen dat de aansluitingen beschadigd geraken, plaats geen
voorwerpen in de gaten van de microfoon of de luidspreker van de camera.
• Voordat u belangrijke foto's gaat nemen (zoals huwelijken, reizen naar het
buitenland, enz.) controleer of de camera goed werkt. We raden aan dat u
deze handleiding bijhoudt en dat u een reservebatterij bij de hand houdt.
Omstandigheden waarin condensvorming zich makkelijk voordoet: --
• Wanneer de camera naar een omgeving wordt gebracht waar de temperatuur heel
verschillend is.
10
• Op vochtige plaatsen.
• In een kamer onmiddellijk nadat die werd verwarmd of wanneer de camera
wordt blootgesteld aan gekoelde lucht van een airconditioning of een ander
gelijkaardig apparaat.
116