C
HET AANMAKEN VAN DE KACHEL
Een nieuwe kachel veroorzaakt in het begin extra geur. Zorg dus voor extra
ventilatie of ontsteek uw kachel de eerste keer buiten de leefruimte.
Als u de kachel voor de eerste keer gebruikt, moet u na het plaatsen van de
!
gevulde wisseltank zo'n 30 minuten wachten met aanmaken. Zo kan de kous zich
volzuigen met brandstof. Dit geldt ook nadat u de kachel helemaal leeg hebt
laten branden en na het vervangen van de kous.
Kijk vóór het aanmaken van de kachel altijd even op de brandstofindicatie om
te weten of u eerst de wisseltank moet bijvullen.
Maak de kachel altijd aan met behulp van de draaiknop .
Gebruik nooit lucifers of een aansteker.
U gaat als volgt te werk:
1 Draai de draaiknop naar rechts tot aan de aanslag (fig. K). Met enige druk
zou u de draaiknop dan nog wat verder kunnen draaien; deze veert dan
echter vanzelf terug.
Zo zet u de kous in de hoogste stand en stelt u de beveiliging in werking.
Wanneer de kachel kort na het aanmaken weer uitschakelt, dienen de batterijen
vervangen te worden. Het best kunt u nieuwe alkaline batterijen gebruiken (4 x
type C).
!
De kachel is sinds kort in gebruik en de draaiknop wordt niet vergrendeld.
Draai de draaiknop (fig. L) eerst geheel linksom alvorens de kous in de hoogste
positie te brengen voor ontsteking (hoofdstuk C).
Controleer na het ontsteken van de kachel altijd of de verbrandingskamer goed
!
recht staat, door deze aan de handgreep even naar links en rechts te schuiven
(fig. E). Dit moet soepel gaan. Als de verbrandingskamer ongelijk staat, leidt dit
tot rook- en roetontwikkeling.
D
HET BRANDEN VAN DE KACHEL
Na het ontsteken van de kachel duurt het 10 à 15 minuten voordat u kunt
controleren of de kachel goed brandt. Op de pagina naast het uitvouwblad kunt u
zien hoe hoog uw kachel minimaal en maximaal mag branden (fig. R). Een te hoge
vlam kan rook- en roetvorming veroorzaken, terwijl een te lage verbranding tot
geurontwikkeling leidt.
!
Als de verbranding te laag blijft, moet de koushoogte worden bijgesteld
(zie hoofdstuk G).
Een te lage verbranding kan ontstaan door:
te weinig brandstof
slechte brandstof
te weinig ventilatie
slijtage van de kous
(vul de tank)
(raadpleeg uw dealer)
(zet een raam of deur op een kier)
(raadpleeg uw dealer, of vervang de kous,
zie hoofdstuk M)
J1
K
L
1
53