Basisfuncties
2
Selecteer een netwerk uit de lijst met gedetecteerde
draadloze netwerken en selecteer Automatisch verbinding
maken → Verbinding maken.
3
Voer, indien nodig, een wachtwoord in en selecteer
Volgende.
Als de computer eenmaal met een draadloos netwerk is
verbonden, zal de computer er automatisch verbinding mee
maken als het netwerk beschikbaar is. Neem contact op
met de systeembeheerder als u een wachtwoord voor het
netwerk nodig hebt.
De Wi-Fi-functie uitschakelen
Wanneer u de Wi-Fi-functie niet gebruikt, kunt u deze
uitschakelen om de batterij te sparen.
Selecteer de statuspictogrammen op de taakbalk en
selecteer
.
De Wi-Fi-functie wordt uitgeschakeld.
2
Vliegtuigstand
Hiermee worden alle draadloze functies van de computer
uitgeschakeld. U kunt nu alleen niet-netwerkdiensten
gebruiken.
Als u de Vliegtuigstand wilt activeren, selecteert u de
statuspictogrammen op de taakbalk en selecteert u
21
.