5.4 Sectie breektank
Het vlotterventiel houdt de waterstand in de breektank constant. De maximale waterstand moet bij het
sluiten van het vlotterventiel ca. 2‐3 cm onder de overlooprand (achterzijde van de bak) staan. De juiste
afstand tussen het vlotterhuis (5) en de bovenkant van de hendel is in de fabriek ingesteld op 85 mm voor
het RMF20 ventiel en op 90 mm voor het RMF40 ventiel.
Tip: Als het ventiel bij het sluiten nadruppelt kan er kalkafzetting optreden en moet het vlotterventiel
ontkalkt worden (zie bij onderhoud).
1.
Breektank
2.
Vlotterventiel
3.
Vuilzeef in inlaat
4.
Noodoverlooprand
5.5 Sectie elektrische 3/2‐weg kogelkraan
De kogelkraan schakelt tussen regenwater‐ en drinkwatergebruik. De stand van de gemotoriseerde
kogelkraan is door een klein teken controleerbaar.
RAINMASTER Favorit Gebruiksaanwijzing_Vers.3.0b
5. Drijflichaam
6. Maximale waterstand
7. Spatscherm
8. Aansluiting noodoverloop
Drinkwaterstand
(Verbinding breektank ‐> pomp)
Regenwaterstand
(Verbinding regenwatertank ‐> pomp)
19