2. Compressor
De instellingen die gecontroleerd moeten worden in het compressor menu zijn de volgende.
2.1. Instellingen
Instelling
Omschrijving
1
Compressor
Hiermee kan de compressor worden in-of
ingeschakeld
uitgeschakeld
2
Compressor type
Het type compressor
3
Capaciteit min
De minimale capaciteit van de compressor. (Deze
waarde is alleen voor compressor type 4.. 20 mA)
4
Capaciteit max
De maximale capaciteit van de compressor.
5
Vermogen vollast
Het vermogen dat de compressor verbruikt
0%
wanneer deze met 0% wordt gestuurd
6
Vermogen vollast
Het vermogen dat de compressor verbruikt
100%
wanneer deze met 100% wordt aangestuurd
7
Vermogen nullast
Het vermogen dat de compressor verbruikt
wanneer deze in nullast draait.
8
Prioriteit
Prioriteit voor het selecteren van de compressoren
9
Prioriteit buiten
Prioriteit wanneer de compressor gebruikt wordt
eff.
buiten de efficiënte zone.
10
Efficiënte cap.
Start van de efficiënte zone
minimaal
11
Efficiënte cap.
Einde van de efficiënte zone
maximaal
12
Efficiënte cap.
Marge die gebruikt wordt wanneer de compressor
marge
is ingeschakeld
2.2 Tijden
Instelling
Omschrijving
1
Startvertraging
De vertragingstijd nadat de compressor een start
commando heeft ontvangen
2
Stopvertraging
Vertragingstijd wanneer het stop commando is
ontvangen
3
Produceren tijd
Met deze tijd kan worden aangegeven dat de
compressor nadat de compressor actief is,
produceert.
4
Stand-by tijd
De nadraaitijd van de compressor. Binnen deze tijd
kan de compressor direct worden gestart
5
Blokkeer tijd
Nadat de stand-by tijd verstreken is mag de
compressor voor deze tijd niet worden ingeschakeld.
6
Tijd van start tot
De tijd dat de compressor doet over het inschakelen
produceren
en daadwerkelijk produceren.
Deze tijd wordt gebruikt voor het voorspellend
inschakelen.
7
Omschakeltijd
De tijd waarna de compressor kan worden
omgeschakeld voor een compressor met dezelfde
capaciteit
8
Niet gereed
De tijd waarbinnen de compressor, na het starten,
time-out
aan moet geven dat deze gereed is (d.m.v. de ready
ingang)
9
Actief
De tijd waarbinnen de compressor, na het gereed
time-out
zijn, aan moet geven dat de compressor actief is
(d.m.v. de active ingang)
10
Produceren
De tijd waarbinnen de compressor, na actief zijn, aan
time-out
moet geven dat de compressor produceert (d.m.v.
de producing ingang)
11
Nullast
De maximale tijd dat de compressor in nullast mag
time-out
draaien.
Min.
Max
Nee
Ja
Opties: - Uitgeschakeld
- Compressor aan/uit
- Compressor 4 .. 20 mA
0,00 m3/min
655,35 m3/min
0,00 m3/min
655,35 m3/min
0,00 kW
600,00 kW
0,00 kW
600,00 kW
0,00 kW
600,00 kW
0
255
0
255
0,00 m3/min
655,35 m3/min
0,00 m3/min
655,35 m3/min
0,00 m3/min
655,35 m3/min
Min.
Max
0 sec
240 sec
0 sec
60000 sec
0 sec.
240 sec
(ingang
gebruikt)
0 sec
3600 sec
0 sec
3600 sec
0 sec
3600 sec
0 uur
100 uur
0 sec
240 sec
0 sec
240 sec
0 sec
240 sec
0 sec
1500 sec
Std.
Ja
Uitgeschakeld
0 m3/min
0 m3/min
0,00 kW
0,00 kW
0,00 kW
0
1
0,00 m3/min
0,00 m3/min
2,00 m3/min
Std.
0 sec
0 sec
0 sec.
(ingang
gebruikt)
0 sec
0 sec
0 sec
4 uur
60 sec
20 sec
20 sec
900 sec
Pagina 76 van 86