n
Het aandeel frisse lucht mag niet meer
bedragen dan 10% van de nominale luchtvolu-
mestroom van het apparaat. De toevoer van
frisse lucht moet gebeuren door gebruik van
een extra, toerentalgeregelde ventilator.
n
Om het binnendringen van regenwater te ver-
hinderen, mag de lucht aan de buitenluchtin-
laat met een snelheid van maximaal 2,5 m/s
via een stoffilter aangezogen worden.
n
Voor de aansluiting van de ventilator is een ter
plaatse, afzonderlijk te beveiligen elektro-
installatie noodzakelijk.
Bovendien moet de in de volgende afbeelding
omkaderde polystyrol-scheidingswand van de
druppelbak worden verwijderd met een mes
(Afb. 24).
Afb. 24: Frisse luchtinlaat
1: Frisse luchtinlaat
1
21