•
Selecteer de menu-optie WiFi inschakelen om de WiFi-verbinding in te schakelen.
•
Om verbinding te maken met een WiFi-netwerk, selecteert u het WiFi-netwerk in
de Netwerk lijst en selecteert u vervolgens Verbinden met netwerk. Als het WiFi-
netwerk met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord in.
•
Om verbinding te maken met een WiFi-netwerk met behulp van de WPS-knop, se
lecteert u het WiFi-netwerk in de Netwerklijst en selecteer vervolgens Verbinden
met de WPS-drukknop. Druk vervolgens op de WPS-knop op het routerapparaat.
•
Om verbinding te maken met een verborgen WiFi-netwerk, selecteert u de menu-
optie Verbinding maken met verborgen netwerk. Voer vervolgens de SSID (naam)
en het wachtwoord in.
WiFi hotspot
De WiFi hotspot maakt het mogelijk om mobiele data te delen via WiFi.
•
Om een WiFi-hotspot te activeren, selecteert u de menu-optie WiFi-hotspot inscha
kelen.
•
De activering van de WiFi-hotspot verbreekt de bestaande WiFi-verbinding.
•
Om de WiFi-hotspot uit te schakelen, selecteert u de menu-optie WiFi-hotspot uit
schakelen.
•
Om de inloggegevens voor het WiFi hotpot-netwerk te wijzigen, selecteert u de
menu-optie Instellingen.
Opmerking: Deze menu-optie is alleen beschikbaar als er een SIM-kaart in de telefoon
aanwezig is.
WiFi-verbinding via tekstbestand
Een WiFi-verbinding kan tot stand worden gebracht met behulp van een tekstbestand
dat in het interne geheugen van de telefoon is opgeslagen.
•
Kopieer een tekstbestand met de naam wifi.txt naar de hoofdmap van het interne
geheugen van de telefoon.
•
Schrijf de naam van het WiFi-netwerk op de eerste regel van het bestand.
•
Schrijf het netwerkwachtwoord op de tweede regel van het bestand.
•
Het wachtwoord in het bestand zal automatisch worden gebruikt wanneer verbin
ding wordt gemaakt met dit specifieke netwerk.
45