Inhoudsopgave
Advertenties
9 CONFIGURATIE
Als aan deze toetsen functies worden toegewezen, worden deze van links naar rechts als
volgt genummerd:
Ga verder als volgt om een nieuwe functie aan een functietoets toe te wijzen:
•
Plaats de cursor op de functieregel met de functie GEEN en druk op de functietoets
met de functie die het toetsnummer moet wijzigen.
•
Herhaal dit voor de toets waarvan u het nummer wilt gebruiken.
•
Plaats de cursor op de regel die u een nieuw toetsnummer wilt geven en druk op de
functietoets waaraan u de functie wilt toewijzen.
Voor de andere toetsen kunt u op dezelfde manier een nieuwe functie toewijzen. Combineer
hiervoor een van de functies in de linkerkolom met een toetsnummer in de rechterkolom.
9.3.4
Spanningsmeting bij pulslassen
De opties voor spanningsmeting bij pulslassen zijn:
•
Piekwaarde voor pulsspanning PULSE De spanning wordt alleen gemeten tijdens het
pulsgedeelte en gefilterd voordat de spanningswaarde op het display wordt
weergegeven.
•
Gemiddelde spanningswaarde GEMIDDELDE
De spanning wordt voortdurend gemeten en wordt gefilterd voordat de spanningswaarde
wordt weergegeven.
De meetwaarden die op het display worden weergegeven worden gebruikt als
invoergegevens voor interne en externe kwaliteitsfuncties.
9.3.5
AVC feeder (AVC-draadaanvoereenheid)
Als u een AVC-draadaanvoereenheid (ARC VOLTAGE CONTROL) hebt aangesloten, ga dan
naar het CONFIGURATIE -menu onder MIG/MAG STANDAARDWAARDEN. Druk op
ENTER bij de regel met AVC-draadaanvoereenheid en selecteer ARC ON. De apparatuur
wordt dan automatisch opnieuw geconfigureerd voor de combinatie met een
AVC-draadaanvoereenheid.
Bij het gebruik van een draadaanvoereenheid wordt de draadinvoer rechtstreeks
aangestuurd door de lasspanning. Er is geen communicatie met de draadinvoer op een
andere manier. Een speciale regelaar wordt gebruikt voor betere prestaties.
9.3.6
"Release pulse"
Als de draad vast komt te zitten in het werkstuk, wordt dit door het systeem gedetecteerd. Er
wordt een pulsstroom verstuurd die de draad vrijmaakt van het oppervlak.
Om deze functie te verkrijgen, selecteert u START PULS in de lijst onder MIG/MAG
STANDAARDWAARDENen drukt u vervolgens op ENTER en selecteert u ARC ON.
9.3.7
Spanningsregelaar vlak statisch
SPANNINGSREGELAAR VLAK STAT. wordt normaliter geactiveerd (ARC ON).
De functie wordt voor klantspecifieke oplossingen gebruikt.
0460 896 601
- 60 -
© ESAB AB 2019
Advertenties
Inhoudsopgave
