6.4.14 Bandspuit instellen
6.4.14.1 Spuitdoppen aanbrengen of vervangen
Elk spuitdoplichaam kan één of meerdere
spuitdoppen dragen. Als het spuitdoplichaam nog
geen spuitdop draagt, moet minimaal één spuitdop
worden aangebracht. Wanneer de bestaande
uitrusting met de spuitdoppen niet zoals gewenst is,
kunnen de aangebrachte spuitdop(pen) door één of
meerdere andere spuitdoppen worden vervangen.
1. Machine met de 3-puntslift op het veld neerlaten.
2. Zorg ervoor dat in nieuw te monteren
spuitdoppen de bijbehorende dichting is
geplaatst.
Om een spuitdop op het spuitdoplichaam aan te
3.
brengen:
spuitdop 1 met de bajonetsluiting 2 op de
aansluitleiding 3 van een vrije spuitdoppositie
steken en met een slag naar rechts vergrendelen.
AANWIJZING
Wij adviseren spuitdopposities die niet van een
spuitdop worden voorzien met een dop af te
sluiten tegen verontreiniging.
Om een spuitdop te vervangen:
4.
stappen 5 tot 7 uitvoeren.
5. Te vervangen spuitdop 1 onder uitoefening van
druk tegen de aansluitleiding 2 en een slag
naar links ontgrendelen.
6. De vervangen spuitdoppen verwijderen.
7. Nieuwe spuitdop volgens stap 3 aanbrengen.
8. Op dezelfde manier alle spuitdoplichamen met
spuitdoppen uitrusten of de bestaande uitrusting
veranderen.
6.4.14.2 Spuitdoppen op meervoudige spuitdoplichamen activeren
Bij een meervoudig spuitdoplichaam is alleen de
loodrecht naar beneden wijzende spuitdop bij het
MG6960-NL-NL | C.1 | 05.04.2023 | © SCHMOTZER
6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
3
2
1
2
1
CMS-T-00008534-B.1
CMS-T-00008559-B.1
CMS-I-00005817
CMS-I-00005818
CMS-T-00008555-B.1
125