6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
21. Moer 2 van de schroef 3 losmaken.
22. Moeren opendraaien en aanaardschijf 1 laten
zakken tot de cilinderkerfpennen 4 niet meer in
de borgplaat 5 grijpen.
23. Aanaardschijf 1 met de borgplaat 2 naar
links of rechts om de langsas van de schroef
4 draaien, tot de aanaardschijf de juiste
hellingshoek heeft.
24. Aanaardschijf met de borgplaat naar boven
drukken, zodat de cilinderkerfpennen 5 in de
borggaten 6 vallen.
25. Moer 3 van de schroef vastdraaien.
26. Op dezelfde manier de horizontale helling van
alle aanaardschijven instellen.
6.4.11.3 Vlakke aanaardwerktuigen instellen
De werkdiepte van vlakke aanaardwerktuigen kan
worden ingesteld. Voor de instelling geldt:
Des te dieper een vlak aanaardwerktuig verticaal
in de akker steekt, des te meer aarde wordt aan
de plantenrijen aangeaard.
Hoe groter de rijsnelheid bij het schoffelen is, hoe
meer aarde aardt elke vlak aanaardwerktuig bij
de plantenrijen aan. Als bij een verhoging van
de rijsnelheid de hoeveelheid aangeaarde aarde
gelijk moet blijven, moet de werkdiepte van de
vlakke aanaardwerktuigen worden verkleind.
Als de schoffeldiepte wordt veranderd, zie
hoofdstuk "Schoffeldiepte instellen" en de
hoeveelheid aangeaarde aarde moet gelijk blijven,
dan moet ook de afstand van het vlakke
aanaardwerktuig tot de akkerbodem worden
gewijzigd.
112
4
3
2
1
3
2
1
MG6960-NL-NL | C.1 | 05.04.2023 | © SCHMOTZER
5
CMS-I-00004446
4
5
6
CMS-I-00004447
CMS-T-00007017-A.1