RLN22
7.1.3
Circuitstoringsdetectie
DIP-schakelaar 2 = kanaal 1; DIP-schakelaar 4 = kanaal 2 (optie)
I = circuitstoringsdetectie uitgeschakeld - niet toegestaan voor veiligheidsgerelateerde
toepassingen!
II = circuitstoringsdetectie ingeschakeld
Wanneer een circuitstoring optreedt, wordt het relais spanningsloos en de rode LED "LF" gaat
knipperen (NE 44).
Een foutmelding wordt overgedragen aan de voedings- en storingsmeldingsmodule RNF22 via
de DIN-railbusconnector en doorgegeven als een groepsfoutmelding.
LET OP
storingen foutdetectie
‣
Voor schakelcontacten met een potentiaalvrij circuit, moet de circuitstoringsdetectie (LF)
worden uitgeschakeld of het betreffende weerstandscircuit (1 kΩ/10 kΩ) moet direct op
het contact worden aangesloten. (
van de bedieningshandleiding)
8
Inbedrijfname
8.1
Controles voor de montage
Waarborg voor de inbedrijfname van het instrument, dat alle montagecontroles en de
controles voor de aansluiting zijn uitgevoerd.
LET OP
‣
Waarborg voor de inbedrijfname van het instrument, dat de voedingsspanning
overeenkomt met de specificaties op de typeplaat. Niet uitvoeren van deze controles kan
resulteren in schade aan het instrument vanwege verkeerde voedingsspanning.
8.2
Inschakelen van het instrument
Schakel de voedingsspanning in. De groene LED op het front van het instrument geeft aan dat
het instrument in bedrijf is.
9
Onderhoud
Er zijn geen speciale onderhoudswerkzaamheden nodig voor het instrument.
Reiniging
Een schone, droge doek kan worden gebruikt om het instrument schoon te maken.
Endress+Hauser
zie de hoofdstukken "Snelle bedrading" en "Accessoires"
A
Inbedrijfname
13