Micropilot FMR62B HART
Flensmaat
JIS
10K 50A
Informatie over de montagenozzle
De maximale nozzlelengte H
De maximale lengte van de nozzle H
øD
In geval van langere nozzles: houd rekening met verminderde meetprestaties.
Let op het volgende:
• Het uiteinde van de nozzle moet glad zijn en vrij van onregelmatigheden.
• De rand van de nozzle moet zijn afgerond.
• Stoorecho-onderdrukking moet zijn uitgevoerd.
• Neem contact op met de support van de fabrikant voor toepassingen met hogere
nozzles dan in de tabel staan aangegeven.
10.3.4
Antenne, PTFE bekleed, vlak gemonteerd 80 mm (3 in)
De bekleding van de antenne dient ook als procesafdichting. Een extra afdichting is voor
de installatie niet nodig.
Montage beklede flenzen
Let op het volgende bij beklede flenzen:
• Gebruik hetzelfde aantal flensbouten als dat er flensgaten aanwezig zijn.
• Zet de bouten vast met het gespecificeerde aandraaimoment (zie tabel).
• Draai de bouten na 24 uur of na de eerste temperatuurcyclus na.
• Controleer afhankelijk van de procesdruk en procestemperatuur de bouten met
regelmatige tussenpozen en trek deze na indien nodig.
Normaal gesproken dient de PTFE-flensbekleding ook als afdichting tussen de nozzle en
de flens van het instrument.
Flensmaat
EN
DN80 PN10/16
Endress+Hauser
Aantal bouten
4
hangt af van de nozzlediameter D.
max
hangt af van de nozzlediameter D
max
Aantal bouten
8
D
50 ... 80 mm (2 ... 3,2 in)
80 ... 100 mm (3,2 ... 4 in)
100 ... 150 mm (4 ... 6 in)
≥ 150 mm (6 in)
Installatie
Aandraaimoment
40 ... 60 Nm
h
max
600 mm (24 in)
1 000 mm (40 in)
1 250 mm (50 in)
1 850 mm (74 in)
Aandraaimoment
40 ... 55 Nm
13