MARK en SWAP kunnen in combinatie worden gebruikt om de relatie te
bestuderen tussen verschillende punten in de gegevensstream die op dat moment
wordt gevolgd. Wanneer u op
zichtbare markering op de huidige positie van de tracer. Nadat de markering is
geplaatst kunt u een trace uitvoeren naar elk willekeurig ander punt in de stream.
De app DataStreamer geeft het verschil weer tussen de x en y van de gemarkeerde
positie en die van de huidige positie van de tracer, zoals u kunt zien in de
onderstaande afbeelding. Tik op
gemarkeerde positie te wisselen.
ADD en SETUP worden in combinatie gebruikt wanneer u uw definitieve
gegevensset punt voor punt wilt samenstellen. Stel dat een gegevensstream een
lamp vertegenwoordigt die knippert met wisselende intensiteit. In dit geval wilt u
mogelijk de maximumwaarden van de intensiteit verzamelen in een gegevensset.
Tik op
om een statistiek-app en kolommen te kiezen voor uw gegevens.
Nadat u de kolommen hebt gekozen, keert u terug naar uw gegevensstream en
voert u een trace uit naar het eerste punt dat u in de gegevensset wordt bewaren.
Tik op
om het gegevenspunt aan uw gegevensset toe te voegen in de
statistiek-app die u hebt gekozen. DataStreamer geeft kort een pictogram weer dat
aangeeft dat uw gegevenspunt wordt toegevoegd aan de gegevensset. Ga op
deze manier door totdat u alle gewenste punten hebt verzameld. Start de door u
gekozen statistiek-app om uw gegevens weer te geven en te analyseren.
In Tabel 2-4 staan beschrijvingen van pagina 2 van het hoofdmenu van de
plotweergave.
Tabel 2-4 Hoofdmenu van plotweergave, pagina 2
Knop
Deze knop schakelt de modus MARK in of uit. Hiermee plaatst u
een markering op de huidige positie van de tracer of wist u de
markering.
tikt, plaatst de app DataStreamer een
om de positie van het tracer en de
Beschrijving
Streamingexperimenten
17