Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bevestiging 3E Kabelafspringbeveiliging (Optioneel); Octrooisituatie; Elektrische Installatie; Veiligheidsmaatregelen - ZIEHL-ABEGG ZAtop SM250.60B Vertaling Van De Originele Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Originele gebruiksaanwijzing
ZAtop – Modelserie SM250.60B
4.5.7

Bevestiging 3e kabelafspringbeveiliging (optioneel)

Illustratie 4-5-7-01 - Montagevariant 3e
kabelafspringbeveiliging
"
De 3e kabelafspringbeveiliging (2) wordt met twee zeskantbouten M12 x 25 - 8.8 (6) en ringen aan
de behuizing bevestigd.
Aanhaalmoment M12 - 8.8: 79 Nm
"
Dankzij het sleufgaten in de 3e kabelafspringbeveiliging (2) kan de benodigde afstand tot de kabels
met de zeskantbouten M12 x 25 - 8.8 (6) worden ingesteld.
Aanhaalmoment M12 - 8.8: 79 Nm
"
3e kabelafspringbeveiliging (2) op een afstand van 2 - 3 mm van de kabels instellen.
"
Afhankelijk van de aandrijfschijfdiameter variëren de montage en uitvoering van de 3e
kabelafspringbeveiliging, zie illustratie 4-5-6-01 en illustratie 4-5-6-02
"
In overeenstemming met EN 81 - 20 kan de 3e kabelafspringbeveiliging (2) op een andere
benodigde locatie worden gemonteerd.
"
Er is een 3e kabelafspringbeveiliging (2) optioneel verkrijgbaar.
4.6

Octrooisituatie

Gelieveaandacht te besteden aan de patentvereisten in verband met het gebruik van liftinstallaties in
de liftschacht. Er zijn geen problemen met de octrooien als ZAtop SM250.60B in overeenstemming
met onze installatiesuggesties gebruikt wordt.
Veel octrooien die op de inbouw in de schacht betrekking hebben, zijn inmiddels verstreken. Wanneer
de juiste veiligheidsmaatregelen zijn getroffen, kan de aandrijving boven in de schacht worden
ingebouwd en mag de aandrijving ook over het cabinedak uitsteken.
Desondanks heeft u de wettelijke plicht om de details van uw liftconstructie octrooirechtelijk te
controleren. Bij twijfel kunt u voor ondersteuning altijd contact opnemen met ZIEHL-ABEGG SE.

5 Elektrische installatie

5.1

Veiligheidsmaatregelen

Werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen alleen door een elektricien of elektrisch
geschoolde personen onder toezicht van een elektricien gedaan worden volgens de regels der
techniek.
Bij alle werkzaamheden aan spanningvoerende onderdelen of leidingen moet altijd een tweede
persoon aanwezig zijn die in noodgevallen de machine kan uitschakelen.
Elektrische inrichtingen moeten regelmatig worden gecontroleerd: losse verbindingen moeten weer
worden aangesloten, beschadigde leidingen of kabels moeten direct worden vervangen.
De schakelkast resp. alle elektrische stroomunits moeten altijd afgesloten zijn. De toegang is alleen
aan bevoegde personen met sleutel of speciaal gereedschap toegestaan.
Elektrische inrichtingen nooit met water of ander vloeistoffen reinigen.
A-TBA20_02-NL 2032 Index 003
Art.-nr. 01013399-NL (EU-BD 783)
17/72
Illustratie 4-5-7-02 - Montagevariant 3e
kabelafspringbeveiliging
Elektrische installatie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave