Aanleggen van de draagriem
A
1
-
Schoudergordel over beide schouders leggen, zodat de
heupplaat (A/1) aan de rechterzijde hangt.
-
Schoudergordel zodanig afstellen dat de borstplaat (A/2)
op de borstkas rust.
Uitbalanceren van de motorzeis
C
-
Motorzeis tanken.
-
Motorzeis aan de bevestigingshaak (C/3) van de heupplaat
inhangen.
-
Voor het uitbalanceren van de motorzeis kunnen de
5 boringen in het gatenprofiel gebruikt worden.
E
-
De afstand tot de grond is afhankelijk van het gekozen
snijgereedschap.
-
Bij gebruik van de snoersnijkop / struikgewasmes op vlak
terrein moet de snoerkop resp. glijschotel licht op de grond
rusten zonder dat de machine met de handen vast-
gehouden wordt.
-
Bij het werken met slagmes of wervelblad, evenals bij
moeilijk terrein moet het snijgereedschap ca. 30 cm vrij
van de grond blijven wanneer de machine niet met de
handen wordt vastgehouden.
2
3
B
-
Met de borstriemen de hoogte van de heupplaat zoda nig
afstellen dat de bevestigingshaak ongeveer een hand-
breedte boven het heupbot zit.
-
Voor het openen van de schoudergordel borstplaten v a n
elkaar nemen. Schoudergordel en borstplaten kunnen dan
snel afgelegd worden.
D
-
Voor het afnemen van de motorzeis eerst de sper (D/4)
indrukken, en dan de motorzeis afhaken.
F
-
Positie van de handgrepen afhankelijk van de werk-
omstandigheden eventueel corrigeren en daarna
bevestigingsschroef (F/5) aandraaien.
4
5
15