12. Gebruik het apparaat niet in een ruimte waar
een baby of kind slaapt.
13. Gebruik het apparaat niet op natte oppervlak-
ken of oppervlakken met stilstaand water.
14. Zorg dat het apparaat geen grote voorwerpen
kan oprapen zoals stenen, grote stukken pa-
pier of een item dat het apparaat zou kunnen
verstoppen.
15. Gebruik het apparaat niet om ontvlambare of
brandbare materialen, zoals benzine en een
printer- of kopieermachine-toner, op te rapen
of in ruimtes waar deze aanwezig kunnen zijn.
16. Gebruik het apparaat niet om iets dat brandt
of nasmeult op te rapen, zoals sigaretten, luci-
fers, hete as of iets anders dat een brand zou
kunnen veroorzaken.
17. Stop geen voorwerpen in de zuigmond. Ge-
bruik het apparaat niet als de zuigmond wordt
geblokkeerd. Houd de zuigmond schoon van
stof, pluizen, haar of iets anders wat de lucht-
stroom kan verminderen.
18. Zorg ervoor dat u de stroomkabel niet bescha-
digt. Trek of draag het apparaat of het oplaad-
station niet aan de stroomkabel, gebruik de
stroomkabel niet als een handvat, sluit geen
deur met een stroomkabel ertussen en trek de
stroomkabel niet langs scherpe randen of hoe-
ken. Laat het apparaat niet over de stroomka-
1. Belangrijke veiligheidsinstructies
bel gaan. Houd de stroomkabel weg van hete
oppervlakken.
19. Als de stroomkabel is beschadigd, dient deze
door de fabrikant of zijn servicedienst te wor-
den vervangen om gevaar te voorkomen.
20. Gebruik het oplaadstation niet als dit is be-
schadigd.
21. Gebruik het apparaat niet met een beschadig-
de stroomkabel of defect stopcontact. Gebruik
het apparaat of het oplaadstation niet als deze
niet goed werkt, is gevallen of beschadigd,
buiten heeft gestaan of in contact met water
is geweest. Het apparaat dient dan door de
fabrikant of zijn technische dienst te worden
gerepareerd om gevaar te voorkomen.
22. Zet de schakelaar van het apparaat UIT voor-
dat u het reinigt of onderhoudt.
23. De stekker van het apparaat dient uit het stop-
contact te zijn gehaald voordat u het oplaad-
station reinigt of onderhoudt.
24. Verwijder het apparaat uit het oplaadstation en
zet de schakelaar van het apparaat UIT voor-
dat u de batterij verwijdert als u het apparaat
wenst af te voeren.
25. De batterij dient te worden verwijderd en weg-
gegooid volgens de lokale wet- en regelgeving
voordat u het apparaat afvoert.
26. Gelieve gebruikte batterijen weg te gooien vol-
5
NL