9. Opstelling/montage
Voor u de buitensensor en het weerstation vast monteert, moet u verzekeren
dat het weerstation het draadloos signaal van de buitensensor probleemloos
ontvangt.
• De buitensensor kan via een opening (13) aan de achterkant aan een nagel, schroef of
haak aan de wand worden bevestigd. Anders kan een opstelvoet (12) aan de onderzijde
worden uitgeklapt.
De buitensensor is geschikt voor een gebruik op een beschutte plek buitenshuis. Hij
moet zo worden geplaatst dat hij niet aan direct zonlicht is blootgesteld aangezien
het anders tot verkeerde meetwaarden komt. Neerslag op de buitensensor voert ook
tot verkeerde meetwaarden, aangezien de behuizing afkoelt. Dompel de buitensensor
nooit in water onder; hierdoor wordt deze vernietigd!
Wij raden u daarom aan de opstelplaats zorgvuldig te kiezen opdat de buitensensor
de juiste temperatuur (en luchtvochtigheid) meet.
• Het weerstation kan met twee gaten (1) aan twee nagels/schroeven/haken aan de
wand worden bevestigd (afstand tussen de gaten 132 mm).
Aan de hand van de uitklapbare voet (6) kunt u het weerstation op een effen, stabiel
oppervlak plaatsen. Bescherm kostbare meubeloppervlakken met behulp van een
geschikte onderlegger tegen krassporen.
Kies als bedrijfsplaats een plaats die niet in de zon of naast een radiator ligt. Dit leidt
tot een verkeerde temperatuur- of luchtvochtigheidsweergave.
13