13. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS
13.1 Werking van het toestel
Figuur 13.1
Het principeschema van de Econpact 50B
Werking voor de cv-installatie
Aansturing
Als de temperatuurregelaar warmtevraag creëert, zal het
toestel ontsteken. Als het toestel echter in de wachttijd
staat (4 min. na de laatste cv-vraag) of als het functioneert
voor boilerwerking, zal het pas ontsteken als deze condi-
ties zijn opgeheven. Op het display is bij cv-werking een c
te zien.
Waterstroom
Als de cv-pomp (32) in werking is, stroomt het opge-
warmde cv-water uit de wisselaar (161) naar de open
verdeler. (192). Door de waterstroom van de extern
aangebrachte installatie-pomp (500) wordt het warme
water, dat uit de wisselaar in de openverdeler is gekomen,
via de cv-aanvoer (10) naar de cv-installatie getranspor-
teerd. Via de cv-retourleiding (11) komt het water uit de
installatie weer in de open verdeler en stroomt door de
toestel-cv-pomp (32) weer naar de wisselaar (161).
Als de waterstroom door de wisselaar niet precies
overeenkomt met de waterstroom door de installatie, loopt
er ook water door de openverdeler, die dan als kortsluit-
leiding werkt. Als de toestel-cv-pomp (32) in werking is, zal
de externe terugslagklep voor het boilercircuit onder het
toestel zich sluiten, zodat er geen water naar de boiler kan
lopen.
32
5.
Gesloten ruimte
6.
Display
7.
Gastoevoer
10.
Aanvoer-cv
11.
Retour-cv
14.
Overstortventiel cv-zijdig
16.
Ventilator
29.
Toesteluitgang verbrandingsgassen
32.
Toestel cv-pomp
34.
Temperatuursensor (cv-aanvoer)
35.
Luchtafscheider
36.
Automatische vlotterontluchter
44.
Gasblok
49.
Maximaalthermostaat
82.
Ionisatie-elektrode
83.
Branderautomaat
98.
Aan/uitknop
101.
Hoofdprint
114.
Watergebrekschakelaar
125.
Gasregelkraan
130.
Boilerpomp
142.
Displayprint
145.
Manometer
154.
Condensafvoerslang
161.
Condenserende warmtewisselaar
179.
Terugslagklep (interne en externe)
186.
Temperatuursensor (cv-retour)
188.
Gloei-ontsteker
191.
Temperatuursensor
verbrandingsgassen
192.
Open-verdeler
193.
Sifon
196.
Condensopvangbak
198.
Siliconen-slang
(voor pneumatisch signaal)
199.
Afdichtdop
201.
Mengkamer
202.
Transformator 230V/24V
209.
Boiler-aanvoer
210.
Boiler-retour
500.
Installatiepomp
Werking voor de boiler
Voorkeursregeling voor de boiler
Een warmtevraag van de boiler heeft altijd voorrang op
werking voor de cv-installatie. Als het toestel in werking is
voor de cv-installatie, zal er bij boilervraag direct worden
overgeschakeld op boilerverwarming.
Aansturing
Als de boilersensor (of boiler-thermostaat) heeft waarge-
nomen dat de boiler-temperatuur onder de ingestelde
temperatuur is gedaald, zal het toestel de boiler weer
gaan verwarmen.
Deze daling kan het gevolg zijn van het tappen van warm
water of het afkoelen van de boiler. Op het display is bij
boilerwerking een b te zien.
Waterstroom
Voor het opwarmen van de boiler wordt de boilerpomp
(130) aangestuurd. Als deze pomp in werking is zal het
warme cv-water in de boiler-aanvoerleiding (209) naar de
boiler stromen. Dit water verwarmt de indirect gestookte
boiler. Via de boiler-retourleiding (210) komt het afge-
koelde water weer terug en zal door de wisselaar (161)
weer opgewarmd worden. Als er geen boiler wordt
aangesloten, moeten op de leidingen 209 en 210
afdichtdoppen geplaatst worden.