10.4 Uitleg van het bedieningspaneel
Uitleg van het bedieningspaneel
Achter de neerklapbare klep bevindt zich de bedienings-
en uitleesmogelijkheid van het toestel. Naast het tonen
van de bedrijfsstatus kunnen diverse instellingen en
temperaturen worden uitgelezen en bijgesteld.
1. drukmeter
6. reset-toets
2. aan-/uitknop
7. temperatuur / code-display
3. mode-toets
8. - toets
4. functiedisplay
9. + toets
5. vlamindicator (•)
Figuur 2.1. De drukmeter en het display.
Indicaties op het display tijdens normaal bedrijf
Functie-
Temperatuur/
display:
code-display:
0
temperatuur cv
c
temperatuur cv
b
temperatuur boiler* boilergebruik
de vlam-indicator
•
*
- bij sensor aansluiting : werkelijke temperatuur;
- bij thermostaat aansluiting: fictieve waarde (25).
Indicaties op het display bij storingen
Functie-
Temperatuur/
display:
code-display:
A*
storingsnummer
E*
storingsnummer
L*
storingsnummer
* Bij storing knippert de letter op het display
De reset-toets
RESET
Met het indrukken van de reset-toets wordt de regelunit van
het cv-toestel ontgrendeld en kan het toestel opnieuw
worden opgestart. U kunt dit enkele malen herhalen.
Na het indrukken van de reset-toets kan het 10 sec. duren
voordat het toestel weer in bedrijf gaat.
De foutcodes-E en code-L, worden, als de oorzaak van de
storing voorbij is, door de regel-unit zelf ontgrendeld.
Bedrijfssituatie:
ruststand (stand-by)
cv-gebruik
brandt als brander aan
is.
Bedrijfssituatie:
toestel in storing
toestel in storing
toestel in laagstand
: gebruiken bij A-storing
De mode-toets
MODE
Als u op
drukt, verschijnen de volgende indicaties:
MODE
(in onderstaande volgorde)
c (knipperend) ingestelde cv-temperatuur
b (knipperend) ingestelde boilertemperatuur
c ................... huidige cv-aanvoer temperatuur
r ................... huidige cv-retour temperatuur
b ................... huidige temperatuur bij boilersensor
(indien sensor toegepast)
E ................... buitentemperatuur (optioneel)
P ................... rookgastemperatuur
S ................... indicatie tapwaterhoeveelheid (0.0)
(geen interne tapwatervoorziening)
F ................... toerental van de ventilator (% van max.)
Terugkeer naar normale bedrijfsstatus:
MODE
•
Druk nogmaals op
•
Druk 1 minuut geen toets meer in.
Extra functies van de regeling
•
Parameters instellen ........................... pagina 26;
•
Historie uitlezen ................................... pagina 30;
•
Aantal branduren uitlezen .................... pagina 30.
De aan/uitknop
AAN (ingedrukt): Het toestel staat onder spanning;
UIT:
Het gehele toestel is spanningsloos.
(behalve de bekabeling tussen de
schakelaar en de netvoeding).
Instelling van de cv-temperatuur
Voor (bijna) alle woningen is hierbij een setpoint-waarde
van 90ºC een goede instelling. (fabrieksinstelling) Bij
laagtemperatuurverwarming kan het nodig zijn om deze
temperatuur te verlagen, bijvoorbeeld naar +/- 75ºC.
Het bijstellen dient als volgt te gebeuren:
1. Druk op
totdat een knipperende "c" op het
MODE
display verschijnt;
_
2. Druk op
om de temperatuur-instelling te verlagen.
De temperatuur is nu direct ingesteld.
3. Terugkeer naar normale bedrijfsstatus:
•
Druk enkele malen op
•
Druk 1 minuut geen toets meer in.
Instelling van de boilertemperatuur
(bij een aangesloten boiler met boilersensor)
Indien gewenst kan de boilertemperatuur verlaagd of
verhoogd worden. Het ingestelde setpoint is 55.
Een Agpo boiler heeft bij deze instelling een uitstromende
watertemperatuur van ca. 60-62ºC.
Agpo adviseert deze instelling niet te wijzigen!
Het bijstellen dient als volgt te gebeuren:
1. Druk op
MODE
tot dat een knipperende "b" op het
display verschijnt;
_
2. Druk op
om de temperatuur-instelling te verlagen;
Druk op
om de temperatuur-instelling te verhogen;
+
De temperatuur is nu direct ingesteld.
3. Terugkeer naar normale bedrijfsstatus:
•
Druk enkele malen op
•
Druk 1 minuut geen toets meer in.
of;
; of;
MODE
MODE
; of;
27