Storing
Binnenzijden van het
apparaat zijn nat na
de afwascyclus.
Etensresten op het
serviesgoed.
Oorzaak en probleemoplossing
Geen storing. Voor het condensatiedrogen zijn water-
druppels in de spoelmiddelhouder het reservoir nood-
zakelijk en gewenst. Het vocht in de lucht condenseert
tegen de binnenwanden van het apparaat, stroomt
omlaag en wordt weggepompt.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Serviesgoed is te dicht op elkaar ingeruimd of servies-
korf is te vol.
Ruim het serviesgoed met voldoende tussenruimte
1.
in.
De sproeistralen moeten het oppervlak van het ser-
viesgoed kunnen bereiken.
Vermijd aanraakpunten.
2.
Sproeiarmen kunnen niet ongehinderd ronddraaien.
Ruim het serviesgoed zo in dat het serviesgoed de
▶
draaibeweging van de sproeiarm niet hindert.
Sproeiers van sproeiarmen zijn verstopt.
Reinig de sproeiarmen.
▶
De zeven zijn vervuild.
Reinig de zeven.
▶
→ "Zeven reinigen", Pagina 35
De zeven zijn onjuist aangebracht en/of niet vastge-
zet.
Breng de zeven goed aan.
1.
→ "Zeefsysteem", Pagina 35
Zet de zeven vast.
2.
Te zwak afwasprogramma gekozen.
Kies een krachtiger spoelprogramma.
▶
Serviesgoed is te goed voorgereinigd. Het sensorsys-
teem kiest daarom voor een zwak afwasprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwij-
derd.
Verwijder alleen grove etensresten en spoel het ser-
▶
viesgoed niet voor.
Hoge, smalle stukken serviesgoed worden in de hoe-
ken onvoldoende uitgespoeld.
Ruim hoge, smalle stukken serviesgoed niet te
▶
schuin en niet in de hoeken in.
Bovenste servieskorf is rechts en links niet op dezelf-
de hoogte ingesteld.
Storingen verhelpen nl
41