CROSBY TYPE HSJ VEILIGHEIDSTOESTELLEN
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, ONDERHOUD EN INSTELLING
LET OP
Een prop moet niet worden gebruikt wanneer
de inlaatdruk meer dan 10% groter is dan de
insteldruk van het toestel. Schade aan het toestel
kan het gevolg zijn.
4 HYDROSTATISCH TESTEN
Wanneer een hydrostatische test op het systeem
wordt uitgevoerd, is het aan te bevelen blinde
flenzen te gebruiken in plaats van het afstoppen
van veiligheidstoestellen. Te vast draaien van de
prop (teststang) kan de spindel beschadigen of
verbuigen. Wanneer de toestellen toch moeten
worden afgestopt voor een hydrostatische
test, moet een stop worden gebruikt zoals
weergegeven in Figuur 4 op blz. 10.
Blinde flenzen moeten worden verwijderd en
het veiligheidstoestel gemonteerd voordat het
drukvat in bedrijf wordt genomen.
Wanneer teststangen worden gebruikt, moet
er goed op gelet worden dat te vast aandraaien
de spindel en de zittingen kan beschadigen.
Een teststang die handvast is gedraaid zal
doorgaans voldoende kracht uitoefenen om de
klep gesloten te houden.
Na de hydrostatische test, moet de teststang
(prop) worden verwijderd en vervangen
door ofwel een dekselplug ofwel een deksel
zonder teststang.
5 TESTEN VAN VEILIGHEIDSTOESTELLEN
Voordat een nieuwe ketel in gebruik wordt
genomen, moeten alle veiligheidstoestellen
worden getest. Elk toestel is ingesteld en getest
op de fabriek, maar bedrijfsomstandigheden
verschillen en het is soms noodzakelijk om
opnieuw in te stellen. Veiligheidstoestellen
kunnen worden getest door de systeemdruk te
laten stijgen en de klep te laten openen. Alle
veiligheidstoestellen met lagere insteldrukken
moeten worden afgestopt.
6 BESCHRIJVING VAN DE WERKING
Het veiligheidstoestel open met een met een
snelle klap bij de ingestelde druk en blijft open,
met volledige capaciteit bij 3% overdruk. Als de
druk terugvalt beneden de openingsdruk, blijft
de klep open totdat de afblaasdruk is bereikt.
De klep sluit dan plotseling.
7 INSTELLEN
Insteldruk instellen
Voordat begonnen wordt met het veranderen
van de instelling, moet de systeemdruk 10%
tot 20% lager liggen dan de insteldruk die is
ingeslagen op het toestel. Dit voorkomt schade
aan het binnenwerk en minimaliseert de kans
op het onbedoeld openen van het toestel.
Voor identificatie van de onderdelen, zie
Figuur 1 op blz. 2:
a. Verwijder het deksel (19) en de
bedieningshendel (indien aanwezig) volgens
de instructies op blz. 8.
b. Draai de borgmoer (18) los.
c. Draai de stelschroef (17) met de klok mee
om de insteldruk te vergroten en tegen de
klok in om hem te verlagen.
d. Draai de borgmoer (18) weer vast na
elke instelling.
e. Als de insteldruk is bereikt, plaats dan het
deksel (19) en de bedieningshendel (indien
aanwezig) weer terug volgens de instructies
op blz. 9 en breng een nieuwe draad en
verzegeling aan.
Afstelling van nozzlering en geleidering
De afstelling van de nozzlering (3) en
geleidering (9) is in de fabriek gedaan
en opnieuw afstellen tijdens bedrijf is
zelden noodzakelijk.
Als het nodig is om de afblaasdruk te
veranderen of het trillen van de klep te
verminderen, moeten de volgende stappen
worden genomen:
Wanneer de instelling van de ring wordt
veranderd, moet goed worden genoteerd over
hoeveel nokken en in welke richting de ring is
verdraaid. Dit maakt het mogelijk om in geval
van fouten de oorspronkelijke instelling weer
terug te krijgen.
BELANGRIJK
Bij Crosby stalen veiligheidstoestellen is
de instelling van de ring ingeslagen op het
gemachineerde oppervlak direct onder het deksel.
Zie Figuur 2.
LET OP
Als de ringafstelling wordt gewijzigd terwijl het
toestel is geïnstalleerd op een drukhoudend vat,
moet het toestel worden afgestopt. Er moet goed
po worden gelet dat de stop niet te vast wordt
aangedraaid, om beschadiging van de spindel en
de zittingen te voorkomen. Er moet wel voldoende
kracht worden uitgeoefend om te voorkomen dat
de klep omhoogkomt.
5