#
Code
[A.3.1.2.1]
Nvt
AWT inst modus:
▪ Absoluut (standaard): De gewenste
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ NIET
▪ vast over de tijd (wat betekent:
▪ Weersafh:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ weersafhankelijk
▪ vast over de tijd (wat betekent:
▪ Abs+geprog:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ NIET
▪ volgens
▪ Weersafh+geprog:
aanvoerwatertemperatuur is:
▪ weersafhankelijk
▪ volgens
#
Code
[7.7.2.1]
[0-00]
Weersafhank verwarm instellen:
T t
[0-01]
[0-02]
[0-01]
[0-03]
[0-00]
▪ T
(secundair)
▪ T
ERLQ004~008CA + EHVZ04+08S18CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P401676-1B – 2017.04
Beschrijving
weersafhankelijk
betekent: NIET afhankelijk van de
buitenomgevingstemperatuur)
NIET gepland)
De
gewenste
(wat
betekent:
afhankelijk
van
buitenomgevingstemperatuur)
NIET gepland)
De
gewenste
weersafhankelijk
betekent: NIET afhankelijk van de
buitenomgevingstemperatuur)
een
programma.
geplande acties zijn AAN of UIT.
Opmerking: Deze waarde kan
alleen
in
aanvoerwatertemperatuurregeling
ingesteld worden.
De
gewenste
(wat
betekent:
afhankelijk
van
buitenomgevingstemperatuur)
een
programma.
geplande acties zijn AAN of UIT.
Opmerking: Deze waarde kan
alleen
in
aanvoerwatertemperatuurregeling
ingesteld worden.
Beschrijving
[0-03]
[0-02]
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
: Buitentemperatuur
a
vervolg >>
#
Code
[7.7.2.1]
[0-00]
[0-01]
[0-02]
(wat
[0-03]
de
(wat
De
de
Aanvoerwatertemperatuur: Delta T bron
Wanneer beide temperatuurzones een vraag om ruimten te
verwarmen hebben, zullen beide pompen aan volle snelheid werken.
Wanneer slechts 1 temperatuurzone een vraag om verwarming
krijgt, zal er slechts 1 pomp werken en zal de stroom worden
de
geregeld om een temperatuurverschil te realiseren tussen het
retourwater en het aanvoerwater van [9‑09] op die zone. Er kan
De
slechts 1 temperatuurverschil [9‑09] worden geselecteerd, dat dan
van toepassing is voor beide temperatuurzones.
#
Code
de
[A.3.1.3.1]
[9-09]
De aanvoerwatertemperatuur: Modulatie
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. Wanneer de kamerthermostaatfunctie gebruikt
wordt, moet de gebruiker de gewenste kamertemperatuur instellen.
De unit zal warm water aan de warmteafgevers leveren en de kamer
zal
verwarmd
worden.
aanvoerwatertemperatuur geconfigureerd worden: wanneer de
aanpassing
aangezet
T a
aanvoerwatertemperatuur automatisch berekenen (op basis van
voorgeprogrammeerde temperaturen, als weersafhankelijk werd
geselecteerd, zal de aanpassing gebeuren op basis van de
gewenste weersafhankelijke temperaturen); wanneer de aanpassing
uitgezet wordt, kunt u de gewenste aanvoerwatertemperatuur op de
gebruikersinterface instellen. Bovendien wordt, met ingeschakelde
aanpassing, de gewenste aanvoerwatertemperatuur verlaagd of
verhoogd in functie van de gewenste kamertemperatuur en het
verschil tussen de werkelijke en de gewenste kamertemperatuur. Dit
resulteert in volgende zaken:
▪ stabiele kamertemperaturen die exact overeenkomen met de
gewenste temperatuur (hoger niveau van comfort)
▪ minder
AAN/UIT-cycli
effectiviteit)
8 Configuratie
Beschrijving
<< vervolg
▪ [0-03]:
buitenomgevingstemperatuur.
40°C~+5°C (standaard: –10°C)
▪ [0-02]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C (standaard: 15°C)
▪ [0-01]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
eronder
valt.
[9‑05]°C~[9‑06]°C
(standaard: 45°C).
Noot: Deze waarde moet hoger zijn
dan
[0-00],
omdat
bij
buitentemperaturen
warmer
nodig is.
▪ [0-00]:
Gewenste
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de
lage
omgevingstemperatuur
erover
komt.
[9‑05]°C~min(45,
[9‑06])°C (standaard: 35°C).
Noot: Deze waarde moet lager zijn
dan
[0-01],
omdat
bij
buitentemperaturen
minder
water nodig is.
Beschrijving
Verwarming: vereist
temperatuurverschil tussen retour- en
aanvoerwater. Gebied: 3°C~10°C (in
stappen van 1°C; standaardwaarde:
5°C).
Daarbij
moet
ook
de
wordt,
zal
de
unit
de
(stiller,
groter
comfort
en
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Lage
–
Hoge
als
de
of
lage
water
als
de
of
hoge
warm
gewenste
gewenste
grotere
51