5.3
INSTELLINGEN
6
Opstarten en afsluiten
Druk op POWER om het apparaat in te schakelen.
De unit draait standaard in FAN mode.
Druk op de MODE-knop om de gewenste bedieningsmodus te selecteren
Druk nogmaals op POWER om de stroom uit te schakelen.
5.4.1. Operatiemodes
Het apparaat heeft vier bedrijfsmodi: Koelen, Ventileren, Drogen, Slaap
(Slaapstand is optioneel en is niet bij alle modellen beschikbaar)
De kamer koelen
Selecteer de koelmodus om de temperatuur in uw kamer te verlagen.
Druk herhaaldelijk op de MODE-knop tot de LED van de COOL-modus
oplicht.
Druk op de ADD/MINUS-knop om de temperatuur aan te passen die op
het scherm wordt weergegeven. De temperatuur is in te stellen tussen
16ºC en 32ºC
Druk herhaaldelijk op de SPEED-knop totdat de gewenste
ventilatorsnelheid-indicator oplicht.
Om de richting van de luchtstroom horizontaal te regelen, drukt u op de
SWING-knop.
Opmerkingen: De airconditioner stopt als de kamertemperatuur lager is
dan de geselecteerde temperatuur.
29