5.2
FUNCTIETOETSEN EN INDICATOREN
1.
POWER (LED) Druk op om de machine in of uit te schakelen.
2.
MODE
Indicators
3.
ADD
4.
Swing
5.
6.
TIMER
7.
FAN
8.
Indicators
Digital
9.
Display
10.
MINUS
11.
SLEEP
Modusknop Druk hierop om de bedrijfsmodus te
schakelen tussen koelen, ventileren of drogen.
LED voor drie bedrijfsmodi die worden geselecteerd
door op de modusknop te drukken.
Verhogen van de gewenste temperatuur (16t-32ºC)
of timerinstelling.
Pas de richting van de luchtstroom verticaal aan.
Stelt een tijd in waarop het apparaat automatisch
start of stopt.
Druk op om de ventilatorsnelheid in HOOG (groen),
MIDDEN (groen) en LAAG (groen) te schakelen
LED voor ventilatorsnelheid (hoog, midden en laag)
Geeft timerinstelling en kamertemperatuur weer.
De gewenste temperatuur of timerinstelling verlagen.
Druk op om de slaapmodus in of uit te schakelen.
28