Instelling warm watertemperatuur
Bij een instelling van 58 komt er, bij de nominale volume-
stroom, warm water van ca. 57-65°C uit het toestel.
Dit is voor bijna elke situatie een goede instelling.
Indien gewenst, is het mogelijk om de instelling voor de warm
watertemperatuur te verhogen of te verlagen.
Zeer warm water!
Bij het verhogen van deze instelling komt er zeer
warm water uit de kraan!
Het veranderen van de warm watertemperatuur
Volg onderstaande aanwijzingen voor het aanpassen van de
warm watertemperatuur.
Geadviseerde instellingen:
• type 5: 58
• type 6: 58
• type A: 58
Druk 1 keer op
U ziet nu de ingestelde waarde
op het display (b.v. 58) (knippe-
rend). Deze geadviseerde
waarde is voorwaarde voor het
CW/HRww-label
Door (herhaald) op de
verhoogt u de ingestelde waarde,
bijvoorbeeld naar 56.
Als er niets gebeurt,
zie hieronder bij
Na enkele seconden ziet u het
standaard display weer. De door u
ingestelde waarde is opgeslagen
in de besturing van het toestel.
Minimale tapwatertemperatuur
Het bouwbesluit schrijft voor dat er aan de warm
waterpunten een minimale temperatuur van 55°C
geleverd moet kunnen worden. Stel de warm
watertemperatuur daarom niet lager in dan 58°C.
Schakel daarom bij toepassing van bijv. een zonne-
of warmtepompboiler het toestel nooit uit.
Bij sommige aangesloten OpenTherm-kamer-
thermostaten is bovenstaande instelling alleen
mogelijk op de thermostaat.
of
.
of
toets te drukken, verlaagt of
MegaLux 5
/ MegaLux 6
231
5
STORINGEN
- code:
Alarmcode
Bij deze storing dient de oorzaak ervan opgelost te worden,
waarna de resettoets ingedrukt dient te worden. Na het kort
drukken op de resettoets, kan het ca. 10 sec. duren voordat het
toestel weer opstart.
Als een Alarmcode na een reset terugkeert:
waarschuw uw installateur.
Wacht in een noodgeval tenminste 60 minuten
alvorens opnieuw te resetten.
- code:
Foutcode
Bij deze storing dient de oorzaak ervan opgelost te worden,
waarna het toestel vanzelf, dus zonder dat de resettoets hoeft
te worden ingedrukt, weer in bedrijf komt.
Indien Foutcodes zich regelmatig voordoen:
waarschuw uw installateur. Vermeldt bij telefonisch
contact het type toestel en de storingscode.
Storingen die u mogelijk zelf kunt oplossen
Geen oplichtend display:
• De stekker zit niet in het stopcontact.
• Er staat geen spanning op het stopcontact.
• Mogelijk is de ingebouwde toestelzekering
defect. Waarschuw uw installateur.
Alleen " oFF" zichtbaar op het display
• Het toestel staat UIT.
Druk min. 2 sec. op
weer aan te zetten.
(F20 aanwezig = afhankelijk van software versie)
• Waterdruk in de cv-installatie is laag. Vul de
cv-installatie (zie blz. 11). Het toestel functioneert
wel.
(F21 aanwezig = afhankelijk van software versie)
• Waterdruk in de cv-installatie is hoog. Het toestel
functioneert wel. Cv-installatie iets aftappen (zie
blz. 11).
• Waterdruk in de cv-installatie is te laag: Vul de
installatie (zie blz. 11). Resetten is niet nodig,
het toestel start vanzelf weer op.
• Vlamstoring: Staat de gaskraan wel open?
Controleer dit. Druk hierna op reset.
• Controleer of de condensafvoer verstopt zit.
Zie blz. 11. Druk hierna op reset.
• Als u geen cv-verwarming heeft, maar dit
wel wil, controleer dan of het zonnetje
zichtbaar is in het display.
(= zomer)
Druk ca. 1 seconde op deze toets
en het zonnetje verdwijnt:
er is weer cv-verwarming mogelijk. Zie blz. 7.
Voor alle overige Alarm- en Foutcodes geldt:
Waarschuw uw installateur.
Traag op temperatuur komende cv-installatie
Controleer in dit geval het volgende:
•
Staan alle radiatorkranen open?
•
Staat de kamerthermostaat op de gewenste temperatuur
(of hoger)? U kunt eventueel bij erg koud weer de inge-
stelde nachttemperatuur iets hoger zetten.
•
Is de maximum cv-temperatuur hoog genoeg ingesteld?
•
Indien de weersafhankelijke regeling van het toestel is
geactiveerd, is de goede stooklijn ingesteld?
Zie: instelling stooklijn op blz. 31, of op de thermostaat.
Let op! Het is ook mogelijk dat de kamerthermo-
staat het toestel weersafhankelijk aanstuurd!
/ MegaLux A
231
231
om het toestel
9