VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenstemt met de spanning bij u thuis.
Verwijder geen beschermingsplaatjes voor
aanzuigopeningen die zich aan de zijkant
in het ovengedeelte bevinden. Deze zorgen
ervoor dat er geen vet en voedseldeeltjes in
de invoerkanalen van de magnetron terecht
komen.
Controleer of het ovengedeelte leeg is vóór de
montage.
Verzeker u ervan dat het apparaat niet
beschadigd is. Controleer of de ovendeur
goed sluit en of de interne deurvergrendeling
niet beschadigd is. Haal de oven leeg en reinig
de binnenkant met een zachte, vochtige doek.
Gebruik het apparaat niet als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, als het apparaat
niet goed werkt of als het beschadigd of
gevallen is. Dompel het netsnoer of de stekker
niet onder in water. Houd het snoer uit de
buurt van warme oppervlakken. Hierdoor
kunnen elektrische schokken, brand of andere
ongevallen worden veroorzaakt.
Volg de meegeleverde afzonderlijke montage-
instructies voor het installeren van het apparaat.
2
INSTALLATIE
NA DE AANSLUITING
U kunt uw oven alleen inschakelen als de
deur goed gesloten is.
Dit apparaat moet worden geaard. De
fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor letsel aan personen of dieren noch voor
materiële schade als het apparaat niet is
geaard.
Voor permanente aansluiting dient het
apparaat door een gekwalifi ceerde technicus
te worden geïnstalleerd.
Belangrijk!
Een permanente aansluiting vereist de
installatie van een scheidingsapparaat. Het
scheidingsapparaat moet een meerpolige
contactopening van meer dan 3 mm hebben
met LS-schakelaars, beveiligingskleppen
en een relais. Het scheidingsapparaat dient
rechtstreeks op het aansluitingspunt te worden
aangesloten.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk
voor eventuele problemen die worden
veroorzaakt doordat de gebruiker deze
instructies niet in acht heeft genomen.