9. Selecteer PLATEN GAP (DEGELRUIMTE) en druk op de knop Menu/Rechts r. Druk op de
knop Papiertoevoer/Omlaag d of Inktklep openen/Omhoog u om NARROW (KLEIN),
STANDARD (STANDAARD), WIDE (GROOT) of WIDER (GROTER) te selecteren. Druk
vervolgens op de knop Enter
10. Druk op de knop Terug/Links l.
11. Selecteer THICKNESS PATTERN (DIKTEPATROON) en druk op de knop Menu/Rechts r.
Druk op de knop Enter
Voorbeeld testpatroon papierdikte:
1
12. Bekijk het afgedrukte patroon goed, bepaal bij welk nummer de twee lijnen uitgelijnd zijn (de
kleinste tussenruimte hebben) en noteer het bijbehorende nummer.
13. Wanneer het patroon is afgedrukt, verschijnt THICKNESS NUMBER (DIKTENUMMER) op het
display. Druk op de knop Papiertoevoer/Omlaag d of Inktklep openen/Omhoog u om
het nummer te selecteren dat u hebt genoteerd in stap 12 en druk vervolgens op de knop Enter
om de geselecteerde waarde op te slaan.
14. Druk op de knop Terug/Links l.
15. Selecteer PAPER FEED ADJUST A (PAPIERTOEVOER AANP.A) en druk op de knop Menu/
Rechts r. Druk op de knop Papiertoevoer/Omlaag d of Inktklep openen/Omhoog u om
de papiertoevoer in het afdrukgebied bij te regelen (gebied A in de onderstaande illustratie).
Druk vervolgens op de knop Enter
om de geselecteerde instelling op te slaan.
om de afdruk van het testpatroon voor de papierdikte te starten.
8
2
3
4
5
7
6
.
A
Epson Stylus Pro 3880
9
10 11
12
13
14
15
Gebruikershandleiding
Het bedieningspaneel
142