Functiecontrole
Laat het rolluikpantser/de zonwering als eindcontrole nogmaals in beide richtingen tot aan de eindpositie lopen.
Opgelet
De buismotoren zijn ontworpen voor een korte looptijd (S2/KB 4 min.). De inschakelduur
bedraagt ca. 4 minuten. Een ingebouwde thermische veiligheidsschakelaar voorkomt
oververhitting van de buismotor. Bij de inbedrijfstelling (lange rolluikpantsers of lange
looptijd) kan de thermische veiligheidsschakelaar geactiveerd worden. De buismotor
wordt dan uitgeschakeld. Na een korte afkoeltijd is de installatie weer gereed voor ge-
bruik.
De volledige inschakelduur bereikt de buismotor pas, wanneer deze is afgekoeld naar om-
gevingstemperatuur. Vermijd herhaaldelijk activeren van de thermische veiligheidsschake-
laar.
Gebruik voor een probleemloze montage het op deze buismotoren afgestemde en geteste
mechanische en elektrische toebehoren van de fabrikant van de buismotor.
Voor 6-kant-buis 7 mm
en 4-kant-buis 6 mm
De buismotoren met mechanische eindschakalaar mogen niet parallel worden geschakeld. Gebruik voor de gelijktijdige aanstu-
ring van meerdere buismotoren dienovereenkomstige besturingen van de fabrikant van de aandrijving.
Gebruik voor het aansturen van de opwaartse en neerwaartse richting de fase L1. Overige apparaten of verbruikers (lampen, relais
enz.) mogen niet rechtstreeks op de aansluitkabels van de buismotoren worden aangesloten. Hiervoor moeten de buismotoren en
de extra apparaten door relaisbesturingen gescheiden worden.
Bij de installatie van de buismotor moet voor alle polen een scheidingsmogelijkheid van het net worden aangebracht met een con-
tactopeningswijdte van ten minste 3 mm per pool.
Opgelet
Gebruik alleen mechanisch of elektrisch vergrendelde schakelelementen met een vaste
nulstand! Dit geldt ook, wanneer buismotoren met elektronische eindschakelaar en buis-
motoren met mechanische eindschakelaar in één installatie worden toegepast. De vertra-
gingstijd bij het omschakelen van de draairichting moet minstens 0,5 s bedragen. Schake-
laar en besturing mogen niet gelijktijdig een OP- resp. NEER-commando uitvoeren. Be-
scherm de elektrische aansluitingen tegen vocht.
Controleer na aansluiting van de bekabeling op de besturing ALTIJD de correcte toewijzing
van de motorlooprichting naar de toetsen OP en NEER, resp. IN en UIT.
Wanneer de buismotor wordt gebruikt met storende apparatuur, moet de elektricien voor
de ontstoring van de betreffende apparatuur zorgen.
10 - nl
Gebruik van de handkruk
De handkruk is uitsluitend voorbehouden aan een bediening bij stroomuitval. Er moet
op worden gelet dat er niet over de eindposities heen wordt gelopen.
Handkruk voor gesloten constructie
De handkruk voor gesloten constructie kan worden gebruikt bij rolluiken en rolpoor-
ten, telkens met of zonder aanrolsysteem. De kantstaaf wordt aan de rolluikkast be-
vestigd. Hierbij moet erop worden gelet dat de staaf parallel aan de geleiding in de
krukbehuizing wordt gemonteerd.
Handkruk voor open constructie
Deze handkruk kan worden gebruikt bij schermen evenals rolluiken en rolpoorten
zonder aanrolsysteem. Schuif de kantstaaf in de geleiding in de krukbehuizing en
borg deze axiaal met een borgplaatje of twee stelschroeven.
Aanwijzingen voor de elektricien