6 Verklarende woordenlijst
AANVOERLEIDING
De leiding waardoor het verwarmde water wordt vervoerd van de
warmtepomp naar het verwarmingssysteem van de woning (radiato-
ren/verwarmingsspiraalen).
AANVOERTEMPERATUUR
De temperatuur van het verwarmde water dat de warmtepomp naar het
verwarmingssysteem zendt. Hoe kouder de buitentemperatuur, hoe
hoger de aanvoerleidingtemperatuur wordt.
AFGEVOERDE LUCHT
De lucht waaraan de warmtepomp warmte heeft onttrokken en die zo-
doende is gekoeld. Deze lucht wordt uit het gebouw geblazen.
AFGIFTESYSTEEM
Afgiftesystemen worden ook wel verwarmingssystemen genoemd Het
gebouw wordt verwarmd met behulp van radiatoren, vloerspiralen of
convectorventilatoren.
AFGIFTESYSTEEM
De leidingen naar het klimaatsysteem van de woning vormen de warm-
tedragerkant.
AFVOERLUCHT
De lucht die afkomstig is van de luchtafvoer in de diverse ruimtes van
de woning naar de F730.
BEREKENDE AANVOERLEIDINGTEMPERATUUR
De temperatuur waarvan de warmtepomp berekent dat het verwarmings-
systeem deze vereist voor een optimale temperatuur in de woning. Hoe
kouder de buitentemperatuur, hoe hoger de berekende aanvoertempe-
ratuur.
NIBE F730
Hoofdstuk 6 | Verklarende woordenlijst
77