BESPAARTIPS
Uw warmtepomp produceert warmte en warmtapwater. Dit verloopt via
uw bedieningsinstellingen.
Factoren die het energieverbruik beïnvloeden zijn bijvoorbeeld de binnen-
temperatuur, het warmtapwaterverbruik, het isolatieniveau van de woning
en de hoeveelheid en grootte van de ramen. De locatie van de woning
is ook een beïnvloedende factor, bijv. door de blootstelling aan wind.
Zelfs de ventilatie van de woning beïnvloedt het energieverbruik. Daarom
is het belangrijk de ventilatie kort na de installatie van de warmtepomp
af te stellen. Tijdens het afstellen van de ventilatie stelt een ventilatie-
technicus het ventilatieapparaat van de woning, de buitenluchtklep en
de ventilator in de F730 af volgens de verwachte waarden van de woning.
Vergeet verder niet om:
• Tijdens de afstelperiode (wintertijd) moeten alle thermostaatkleppen
volledig geopend zijn. De warmte-instellingen van de warmtepomp
worden vervolgens afgesteld, zodat in de meeste ruimtes de juiste
binnentemperatuur wordt verkregen, ongeacht de buitentemperatuur.
In ruimtes waar een lagere temperatuur is vereist, worden de thermo-
staatkleppen naar het gewenste niveau teruggebracht. Na enkele
maanden kunnen de overgebleven thermostaten enigszins worden
verlaagd om een stijging van de kamertemperatuur door zonnestraling,
kachelwarmte enz. te voorkomen. Later zijn eventueel nog verdere
reducties nodig.
• U kunt wanneer u niet thuis bent de temperatuur verlagen via program-
mering van "vakantie-instelling" in menu 4.7. Zie
ties.
• Als u "Economy warmtapwater" activeert, wordt er minder energie
verbruikt.
NIBE F730
Hoofdstuk 2 | De warmtepomp: het hart van het huis
pagina 64
voor instruc-
27