Basisbewerkingen
Plaats de projector recht voor het scherm en sluit de projector en de apparatuur aan voordat u de
projector gebruikt. Zie voor details Pag. 27 "Positie van de projector" en Pag. 31 "Apparaten op de
projector aansluiten".
• Als [Toetsbeveiliging] in [Standaard instellingen2] is ingesteld op [Aan], kunt u de projector niet
vanaf het bedieningspaneel bedienen. Gebruik dan de afstandsbediening.
• Als u op een toets drukt die niet actief is, piept de projector en wordt er een foutmeldingspictogram
op het scherm weergegeven.
• Als [Piep] in [Standaard instellingen1] is ingesteld op [Uit], piept de projector niet.
Een beeld projecteren
1.
Steek de stekker van het netsnoer in het AC In-contact aan de lenszijde van de projector.
2.
Steek de stekker in een stopcontact.
Als [Methode voor Aan] in [Standaard instellingen2] is ingesteld als [Autom.], zal de projector in
deze stap inschakelen. Ga naar stap 4.
3.
Druk op de [Power]-knop.
De projector piept en de indicator knippert blauw licht.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
4.
Schakel de apparatuur aan die op de projector is aangesloten.
Het ingangssignaal wordt automatisch gedetecteerd en het beeld wordt geprojecteerd.
Om het beeld van een videospeler te projecteren, drukt u op de afspeelknop op de videospeler.
CUD065
Basisbewerkingen
39